Nieuw, tips en informatie voor nieuw samengestelde gezinnen.
“Waarom noemen jullie jezelf plusmama? Het geeft mij het gevoel dat je dan meer bent dan de echte mama. Er bestaat maar 1 mama!”
Dit was de reactie van een biologische mama op een Facebook bericht over het plusmoederschap of zoals beter bekend in de volksmond het ‘stiefmoederschap’. Het is een veel voorkomende reactie die tegelijk ook heel veel vertelt over de gevoeligheid van het onderwerp. In deze blog neem ik je graag mee naar de achtergrond en de samenstelling van het woord op zich met daarbij de oorsprong van alle gevoeligheden die erbij opgeroepen worden.
De achtergrond van het woord “stiefouder”
Een stiefouder is de partner of echtgeno(o)t(e) van iemand die al kinderen heeft uit een vorige relatie. Stief betekent in oorsprong ‘beroofd van de bloedband’ of ‘iets missend’. Het kwam in de dertiende eeuw al voor teruggaand op een oeroud woord als ‘stiep’. In die tijd werd dit woord gebruikt in de betekenis ‘boom met afgehakte takken’. Het beeld van een afgeknotte, van zijn takken beroofde boom werd later overgedragen op gezinnen waarin de ‘oorspronkelijke’ vader of moeder overleden was. Later werd ‘stiep’ in de samenstelling stiepvader ‘verbasterd’ tot stief. Vervolgens werd ‘stief’ gebruikt om allerlei verwantschappen aan te geven die ontstonden als een weduwnaar of weduwe opnieuw trouwde. Stiefmoeder, stiefkinderen, stiefouders, … het zijn woorden die gebruikt worden als het gat dat is gevallen weer wordt opgevuld. De oorspronkelijke gedachte aan het beroofd zijn van de biologische ouder blijft daardoor vooropstaan.
Tot hiertoe blijft er een bepaalde neutraliteit behouden rond het woord ‘stief’. Maar waar is dan de slechte reputatie van de stiefmoeder ontstaan? Hiervoor moeten we terug naar de sprookjes waar de stiefmoeder vaak de rol van de ‘boze stiefmoeder’ speelt, zoals bekend in Sneeuwwitje en Assepoester. Verrassend hierbij is dat er in de oorspronkelijke versie van Sneeuwwitje helemaal geen sprake was van een boze stiefmoeder.
Marita De Sterck vertelt in haar boek “Beest in bed” de échte eerste versie van negen volkssprookjes. Sneeuwwitje is er daar één van. Toen ik dit las, viel ik bijna van mijn stoel van verbazing. In de oorspronkelijke versie van Sneeuwwitje is het namelijk niet de stiefmoeder die Sneeuwwitje dood wil. Integendeel, het is haar eigen moeder die haar dochter wil vermoorden. In die tijd had dat te maken met erfrecht.
Natuurlijk had dit sprookje geen succes omdat geen enkele moeder zo’n verhaal wilde voorlezen aan haar kinderen. Tot op een bepaald moment de gebroeders Grimm beslisten om het woord moeder te vervangen door ‘stiefmoeder’. Plots gingen moeders deze verhalen wel graag voorlezen en het sprookje werd een succes. Later deed Disney er een schepje bovenop en verfilmde de sprookjes. De rest van het verhaal hoef ik niet verder uit te leggen. In elk geval werd er een stereotype gecreëerd rond de stiefmoeders. Als je vandaag de dag een film ziet of een boek leest en er komt een stiefmoeder voor in het verhaal, dan vult zij in de meeste gevallen de rol in van de ‘boze stiefmoeder’ zoals we ze kennen uit Sneeuwwitje en Assepoester.
De achtergrond van het woord “plusouder”
Gelukkig voor de stiefmoeders waren er net zoals de gebroeders Grimm later ook creatieve mensen die een meer positieve invulling zochten voor het woord ‘stiefmoeder’. Christophe Bassez en Sina Vanboeckel kwamen in 2008 op de gedachte dat stiefouders respect en aandacht verdienen voor hun dikwijls erg grote inzet voor hun stiefkinderen. Met dat doel kwamen zij op het idee om jaarlijks een “Plusouderdag” te organiseren waarbij dus gelijk ook het woord ‘plusouder’ in het leven geroepen werd.
Vooral stiefmoeders zagen dit woord maar al te graag geïntegreerd worden in onze maatschappij. Gewoon al omwille van de positieve bijklank van de ‘plus’ in het woord. Wat mij betreft staat die ‘plus’ in het woord plusouder symbool voor alles wat een plusouder doet en wil betekenen in het leven van het nieuwe gezin:
- Plusouders bedoelen het allemaal goed en nemen dan ook een start vanuit enthousiasme
- Een plusouder heeft iets toe te voegen in het nieuwe gezin, het is een unieke persoon die een toegevoegde waarde wil zijn voor de kinderen, naast de biologische ouders
- Plusouders kunnen een meer neutrale rol opnemen naast de biologische ouders, bijvoorbeeld luisterend oor of tussenpersoon zijn voor gesprekken waar het voor de kinderen te uitdagend wordt om deze direct met hun biologische ouders aan te gaan
- Plusouders willen het in de meeste gevallen gewoon goed doen en ze hopen dat de biologische ouders dit ook zien en erkennen
Maar zo positief ervaren de moeders het dan weer niet
Integendeel, vele biologische mama’s vinden het maar niks, die plusmoeders. Er is maar 1 mama, zeggen ze daar heel stellig bij. Alsof ook maar iemand daaraan zou twijfelen!? En toch, het feit dat moeders het zo dikwijls en duidelijk zeggen, betekent dat ze er zelf ook niet zo heel zeker van zijn, denk ik dan. Hoe komt dat toch?
Wat ik in mijn coachingpraktijk heel dikwijls tegenkom, is dat gescheiden ouders bang zijn. Ze zijn bang om hun kinderen te verliezen aan de andere ouder. In een klassiek gezin hebben kinderen hun ouders onder één dak en ze kunnen niet zomaar weglopen als ze het niet naar hun zin hebben. Bij gescheiden ouders ligt dat anders. Deze ouders worden plots zo onzeker en bang dat ze niet meer dezelfde ouders kunnen zijn die ze zouden zijn zonder scheiding. Ze gaan hun best doen om hun kinderen een leuke tijd te geven als ze bij hen zijn, vooral ook omdat ze hen nu minder zien en dan ook ten volle willen genieten van die tijd samen. Tegelijk laten ze zich onbewust ook wat sturen door wat er in het andere huis gebeurt en gaan ouders compensatiegedrag vertonen. Het compensatiegedrag kan vanuit verschillende invalshoeken voorkomen:
- Het is misschien helemaal niet leuk voor de kinderen als ze bij de ex-partner. Dan willen ouders het goedmaken zodat ze het bij hen toch tenminste goed.
- Of ze laten merken dat ze het heel goed hebben aan de andere kant en daar leuke dingen doen, dus dan moeten we ervoor zorgen dat het aan deze kant minstens even leuk is zodat ze op een dag niet zouden kiezen om aan de andere kant te blijven
- En wat als ze die andere vrouw daar in dat huis leuker vinden dan hun eigen mama?
Ik denk dat die laatste de grootste vrees is voor elke moeder, hoe hard ze ook beweren dat ze daar echt niet voor vrezen, want dat hun kinderen ‘maar 1 mama hebben’ … Denk je écht niet dat je daar toch niet een beetje bang voor bent, écht niet? Komaan, ik ben zelf mama en durf toegeven dat het een steek door mijn hart zou zijn als mijn kindjes me komen zeggen dat ze iemand anders leuker vinden dan mij!
Je moet je een moeder voorstellen als een vogel die haar nest met jonge kuikentjes beschermt. Zij draagt zorg voor de kuikentjes en bewaakt het nest. Bij een scheiding wordt die moeder gescheiden van haar kuikentjes, maar haar drang om het nest te beschermen, blijft wel aanwezig. De moeder zal dan vanop afstand controle willen behouden over de zorg rond de kuikentjes. Zolang ze dat kan blijven doen, blijft ze (relatief) rustig. Maar zodra er een andere ‘vogelmoeder’ in het nest komt en de moeder haar controle verliest, zal zij er alles aan doen om de controle terug te winnen. Ze zal al het ‘vreemde’ uit het nest willen wegduwen.
Als er dus een andere vrouw in het nest komt en een titel krijgt waarin het woord ‘moeder’ vervat zit, wordt er als het ware op een ‘alarmknop’ gedrukt bij de biologische mama. Alsof die andere vrouw haar plaats komt innemen. Als de kinderen die andere vrouw dan ook nog eens leuk zouden vinden, komt de positie van de mama helemaal in gevaar, denkt ze. Hierdoor vertonen biologische moeders hele rare reacties zodra er een plusmama in beeld komt, reacties waar ze zich zelf in vele gevallen niet eens bewust van zijn. Ze worden voor de andere kant heel opdringerig, bemoeizuchtig, soms wraakzuchtig zelfs, jaloers, gierig, veeleisend, wantrouwig, … noem maar op, in elk geval reacties die een constructieve omgang tussen de biologische ouders stevig in de weg staat.
En niet alleen de biologische moeders hebben het moeilijk
Zodra er een stiefmoeder in beeld verschijnt, worden er voelsprieten bij heel de omgeving rond het kind wakkergemaakt. Grootouders, vrienden, tantes en nonkels, de partner en zelfs de stiefmoeder zelf waken onbewust over wat die nieuwe persoon in het leven van die kinderen zegt en doet. Het ‘stief’ stuk in het woord en de daarbijhorende sprookjes zijn hier verantwoordelijk voor.
Het zit bijna in onze genen vastgeroest dat een stiefmoeder gelijkgesteld kan worden aan een boosaardige persoon. Het gebeurt regelmatig dat ik aan mensen vraag waar ze het eerste aan denken als ik het woord ‘stiefmoeder’ zeg. De allereerste reactie is altijd: “de boze stiefmoeder uit de sprookjes”. Wat is vervolgens ook de allereerste reflex bij de gedachte dat er een boze stiefmoeder aanwezig zou kunnen zijn in het leven van een kind? Juist, we hebben het gevoel dat we dat kind moeten ‘beschermen’ of behoeden voor gevaar. Het is onze amygdala die in actie schiet!
De amygdala is een amandelvormig gedeelte in ons menselijk brein dat als alarmcentrale dient en noodsignalen uitstuurt bij mogelijk gevaar. Het is dus een heel natuurlijke reflex dat iedereen alert en waakzaam is voor de reacties van een stiefmoeder. Ik zet de verschillen even op een rij van wat we denken bij uitspraken die een moeder of een stiefmoeder doet:
Uitspraak |
Natuurlijke reactie wanneer een moeder dit zegt: |
Natuurlijke reactie wanneer een stiefmoeder dit zegt: |
Soms wil ik hen gewoon eventjes weg om mijn batterij op te laden, even de pauzeknop gebruiken. |
Oh ja, kinderen kunnen soms heel druk zijn en dan kan het wel deugd doen om hen even bij de grootouders ofzo te brengen, heel begrijpelijk. |
Oh neen, wat zeg jij nu! Je wist toch dat die kinderen er waren, hoe durf je hen weg te wensen!? |
Toen ik mijn eerste kind kreeg, wilde ik liefst van al alleen met mijn man genieten van die eerste tijd, enkel wij drietjes en niemand om ons heen. |
Ja, het is ook zo’n mooie gebeurtenis waar je ten volle van moet genieten, ze worden zo snel groot! |
Hoe durf je zo egoïstisch te zijn! Het is toch normaal dat de broertjes of zusjes hier ook heel graag bij willen zijn. Nu je je eigen kind hebt, mogen de andere kindjes zich niet achteruitgesteld voelen. Hoe erg voor die andere kinderen. Je zou hen nog het gevoel geven dat ze niet meer welkom zijn, wat een slecht mens ben jij! |
Ik kan ze wel achter het behang plakken. |
Herkenbaar, soms kunnen die van ons het ook uithangen en dan denk ik dat ook wel eens. |
Amai, wel grof dat je dat zo durft te zeggen. Die kinderen kunnen er toch allemaal niks aan doen!? |
Ik doe zoveel voor hen, alsof ik hun slaaf ben! |
Het moederschap, hé, zorg ervoor dat je af en toe toch eens me-time inlast en goed voor jezelf zorgt. Even pauze kan soms deugd doen! En trouwens, laat hen ook maar eens helpen. |
Je wist toch waar je aan begon, dus je neemt die kinderen er gewoon bij! Er wordt al zoveel aanpassing van die kinderen gevraagd, dus ga nu niet nog meer eisen stellen. |
Eénzelfde uitspraak, dezelfde intentie, maar uitgesproken vanuit een andere rol en kijk eens hoe verschillend de reacties zijn. Het wordt nog duidelijker wanneer een stiefmoeder diezelfde uitspraken doet over haar eigen kinderen en de stiefkinderen. Geen haan die kraait over haar eigen kinderen, maar wel over de stiefkinderen. Zo was er eens een plusmama die net haar tweede kindje had gekregen en me vertelde over een heftige ruzie met haar partner nadat ze hem had gezegd: “de kinderen zijn me gewoon even teveel, het is te druk rond mijn hoofd”. Hij was fel uitgeschoten tegen haar: “het is altijd hetzelfde, mijn kinderen zijn altijd teveel voor jou!”. Opvallend toch dat hij helemaal geen punt had gemaakt over het feit dat ze dit ook over hun gezamenlijke oudste kindje had gezegd!? Over haar eigen kinderen mag een moeder heel veel zeggen, maar oh wee als een stiefmoeder het over haar stiefkinderen heeft. De ‘stief’reflex staat snel klaar voor het gevecht!
Heel de omgeving staat als het ware waakzaam klaar om de kinderen mee op te vangen als het fout zou lopen. Ze voelen zich heel betrokken en verantwoordelijk voor het welbevinden van de kinderen. De plusouders kunnen erop rekenen dat ze het wel te horen zullen krijgen als ze de bal dreigen mis te slaan.
Wat stiefmoeders écht voelen
Een plusmama wil absoluut niet de boze stiefmoeder zijn en doet dan ook extra hard haar best. Ze gaat ver over haar grenzen om maar te kunnen voldoen aan torenhoge verwachtingen. Jammergenoeg lijkt die toren van verwachtingen alleen maar hoger te worden, want wat ze ook doet, het is nooit goed of goed genoeg. Als ze dan uiteindelijk merkt dat ze over haar grenzen is gegaan en wat wil terugschroeven, is schuldgevoel het onvermijdelijke gevolg.
Een plusmama wacht bewust of onbewust op de goedkeuring van de mama van haar pluskind(eren). “Als die mama nu ooit maar eens zou willen inzien dat ik de beste bedoelingen heb voor haar kinderen, dat ik zo mijn best…” hoor ik hen regelmatig zeggen. Er zijn echter maar weinig biologische mama’s die heel goed beseffen dat een plusmama haar rol ook wel eens op een heel andere en slechtere manier kan invullen, en dan ook dankbaar zijn voor wat de plusmama doet voor de kinderen. De meeste biologische mama’s vinden dat de stiefmoeder niet moet verwachten dat ze ook nog eens bloemen en dankwoorden krijgt, dat ze goed genoeg wist waar ze aan begon en achteraf niet moet komen klagen.
Een plusmama zou niet liever willen dan het woord ‘moeder’ uit heel dat woord geschrapt zien. Het laatste dat ze wil is de mama vervangen. Ze weet trouwens maar al te goed dat ze nooit de liefde van haar pluskinderen zal krijgen zoals die voor hun eigen mama is. Het woord ‘moeder’ impliceert dat de moederrol vanzelfsprekend opgenomen moet worden en creëert dan ook heel wat verwachtingen die nooit voldaan kunnen worden. Daarnaast leeft de overtuiging dat de plus’moeder’ hetzelfde voor de kinderen moet voelen als voor haar eigen kinderen. Een onmogelijke opdracht, want het is gewoon pure biologie dat er verschil is tussen bloedband en stiefband. Omgekeerd vinden we het heel logisch en vanzelfsprekend dat een kind zijn plusouders niet even graag ziet als de eigen ouders. En dat kan ook niet, vanwege de pure biologie. Het is dus totaal verkeerd om die onmogelijke opdracht bij de plusmama te leggen.
Een plusmama weet dat ze op de laatste plaats komt en zet zichzelf dan ook in de schaduw. Tegelijk is het haar grootste verlangen om erbij te mogen horen, om ook ‘een’ plaats te krijgen in het nieuwe gezin en het leven van haar pluskinderen. Vele plusmama’s schermen zich onbewust af voor mogelijke kwetsuren door alvast een beschermingslaagje op te trekken. Ze gaat heel voorzichtig tewerk of komt omgekeerd wat afstandelijker over, dikwijls puur vanuit onzekerheid en het gevoel er niet bij te horen.
Een plusmama zou zo graag het vertrouwen krijgen dat ze verdient. Als ze eens een mindere dag heeft en wil klagen, wil ze dat gewoon openlijk kunnen, vrijuit kunnen leven en praten, zichzelf kunnen zijn. Een plusmama wil gewoon even kunnen zeggen wat ze voelt zonder dat daar een oordelende reactie op komt. Jammergenoeg kunnen de meeste plusmama’s niet op die openheid rekenen, blijven ze met hun potje vol frustraties zitten. Een plusmama voelt zich dikwijls alleen in haar gevoel, alsof zij de enige is die zich zo voelt en daardoor een slecht mens is, het is een eenzame plek.
Het gevolg?
Een plusmama stopt heel wat gevoelens, frustraties, bezorgdheden en angsten in een potje en probeert dit allemaal te onderdrukken. Ze kan dit lang volhouden, maar op een dag ontploft dat potje en wordt de plusmama … die boze stiefmoeder die ze zo hard wilde vermijden te worden!
Net zoals jij zelf met vragen, onzekerheid en misschien zelfs taboe zit hierrond, zal jouw papa dit heel waarschijnlijk ook ervaren. Het is voor hem een enorme stap geweest om de weg van zijn hart naar een andere man te volgen. De kans is heel groot dat hij zich ook onzeker voelt en zich afvraagt wat zijn kinderen voelen en denken.
Ouders willen hun kinderen echter niet belasten met gesprekken waarvan ze niet weten of hun kinderen er interesse in hebben. Hierdoor gaan ze 'het gesprek' uit de weg. Dat ze hun kinderen niet willen belasten, betekent niet dat ze de vragen en zorgen van hun kinderen niet willen beantwoorden. Heb jij dus vragen of bezorgdheden, wil jij weten welk effect dit zal hebben of jou of het gezin, wil je weten hoe je met die andere man moet omgaan, heb je tijd nodig om aan dit idee te wennen, …? Waar je ook mee zit, het allerbeste dat je kan doen, is naar je papa toestappen en hem vragen om met jou te praten hierover.
Heb je tijd nodig om te wennen aan de situatie, durf het rustig te vertellen. Wat die andere man aangaat … Ook hij voelt zich onzeker, weet niet of hij door jou aanvaard zal worden, maar hoopt van wel omdat jullie allebei jouw papa graag zien. Het grootste cadeau dat jij jezelf en je papa kan geven, is praten over al je vragen en zorgen!"
Op zondag 31 mei 2020, de laatste zondag van mei, is het weer Plusouderdag, een initiatief dat meer dan 10 jaar geleden ontstond. Ik herinner me nog heel goed hoe deze dag onder de aandacht gebracht werd in het Journaal toen ik zelf pas stiefmoeder was. Want zo was het toen, ik kreeg de afschuwelijke “stiefmoeder” stempel op mijn hoofd geplakt. Andere moeders aan de schoolpoort keken mij aan alsof ik een besmettelijke ziekte had waar je best zoveel mogelijk afstand van houdt.
Met Plusouderdag werd gelukkig een nieuwe term gelanceerd die veel positiever aanvoelde. Stiefmoeder, stiefmama, stiefvader, stiefpapa, stiefouder, stiefgrootouder kon nu allemaal vervangen worden door 1 kleine aanpassing in de terminologie. Dankzij die plusouderdag die in het leven geroepen werd, voelde ik hoop dat het allemaal beter zou worden. In de eerste jaren na het ontstaan haalde Plusouderdag jaarlijks het grote nieuws. Later zakte het af naar de minder grote radiozenders of kranten. En de afgelopen jaren lees of hoor je er niets meer over, tenzij je er zelf naar op zoek gaat omdat je er ooit eens over gehoord hebt.
Gelukkig raakte de terminologie wel geïntegreerd. Steeds meer wordt het positieve woord gebruikt en hoor je plusmoeder, plusmama, plusvader, pluspapa, plusouder en plusgrootouder in de dagelijkse spreektaal. Wat mij betreft vind ik dat veel belangrijker dan dat we jaarlijks in de kijker worden gezet. In mijn mening is er echter nog één minpuntje in de hedendaagse term … we blijven verwijzen naar moeder en vader. Plusmama’s en pluspapa’s zijn niet de mama of papa van hun stiefkinderen en willen of kunnen de biologische band nooit vervangen.
Mannen aan de toog
Breng 3 mannen samen aan een toog, al dan niet met een pint bier, en je krijgt geweldige ideeën. Het hoeven daarom niet altijd 3 mannen te zijn, maar dat was het in dit verhaal dus wel. Eén van deze mannen had al 10 jaar een nieuw samengesteld gezin met een zoon uit zijn vorige relatie. Zijn zoon vond het elk jaar opnieuw jammer dat hij met moederdag niet ook een cadeautje voor zijn stiefmoeder kon maken op school. Op een avond had de man het erover met zijn vrienden. Zij kenden de problematiek van samengestelde gezinnen en vonden ook dat het stiefouderschap zwaar wordt onderschat. En zo kwamen ze op het idee om een jaarlijks feest te organiseren voor stiefouders. In eerste instantie hadden ze enkel de eigen nieuwe partners voor ogen, maar naarmate de avond verstreek, zagen ze het steeds groter. Net zoals vaderdag en moederdag wilden ze een wereldwijd erkende dag voor de nieuwe partner na scheiding inburgeren.
Tegelijk wilden ze ook af van de negatief klinkende term ‘stiefouder’ en schreven ze een wedstrijd uit, op zoek naar iets met een positievere bijklank. Plusouder werd daarbij de winnaar. Wat mij betreft een meer dan geslaagde nieuwe term. Alle plusouders van deze wereld zullen deze 3 vaders heel dankbaar zijn voor de erkenning en het initiatief.
Plusouders in de kijker
In mijn eigen nieuw samengesteld gezin werd plusouderdag eerlijk gezegd nooit gevierd. De enige aandacht die eraan geschonken werd, was de aandacht die ik er zelf als plusmama en plusouderconsulent aan gaf op facebook en in blogberichten. Vond ik het belangrijk om een dag per jaar te hebben waarop ik in de bloemetjes gezet werd? Niet echt, zoveel belang hecht ik niet aan ‘die dagen’.
Natuurlijk voelde ik elk jaar wel de teleurstelling wanneer mijn pluszoon mij ‘vergat’. Ik wist echter dat hem niets te verwijten viel. Hij was zelf te jong om te bedenken dat er zoiets als een Plusouderdag bestond. En zijn papa stond er evenmin bij stil. Het is voor biologische ouders - die zelf geen stiefouder zijn - heel moeilijk te vatten wat het van een plusouder vergt om te zorgen voor kinderen die niet van jezelf zijn. Ik leerde in de loop der jaren mijn verwachtingen dus bij te stellen.
Omdat ik geen verwachtingen meer had, kon ik ook niet meer teleurgesteld worden. Maar ik kon wel nog verrast worden. En dat gebeurde ook. Enkele jaren geleden kwam mijn pluszoon thuis met zijn Moederdag cadeau … voor mij. Het was een papieren bloemetje in een vaasje, eentje voor mij en eentje voor zijn mama. Het feit dat het me is bijgebleven, toont aan hoeveel plezier deze verrassing me deed. Want uiteindelijk gaat het niet om die ene dag.
Plusouders hebben er eigenlijk geen nood aan om in de kijker gezet te worden. Erkenning is wat ze wél nodig hebben en veel belangrijker vinden. Dat ene kleine teken dat hen vertelt dat ze erbij horen of ertoe doen, is onbetaalbaar. Die erkenning zit niet in het organiseren van een groot feest of een werelddag. Appreciatie en erkenning zitten in heel kleine dingen. Wat ik echter merk is dat plusouders dikwijls ook onvoldoende zelfrespect hebben om te kunnen benoemen waarvoor ze dan precies erkenning verdienen. Ze zijn streng voor zichzelf, behandelen zichzelf stiefmoederlijk en denken dat ze ‘slecht’ zijn. Wanneer plusouders zichzelf in eerste plaats leren waarderen, zullen ze merken dat ze na verloop van tijd ook erkenning van hun omgeving krijgen. Het cliché geldt namelijk ook hier: alles begint bij jezelf! Alles begint bij jezelf beter leren kennen.
Maak nu een afspraak met een plusouderconsulent die jou hierbij kan helpen.
Anja Pairoux
PlusouderConsulent