Blog | Plusouderconsulenten
Nieuw, tips en informatie voor nieuw samengestelde gezinnen.
Wat alle samengestelde gezinnen moeten weten voor ze op vakantie gaan!
“Laat ons met het ganse gezin samen op reis gaan en dan zal alles wel beter worden, dan kunnen de banden wat aangehaald worden!” Dit is het meest voorkomende antwoord dat de biologische ouders in samengestelde gezinnen klaar hebben als het wat moeilijker gaat. Soms is het ook zo en gaat alles weer even beter op vakantie. Na die ontspannende vakantie is de reality check er wel snel weer. Maar voor de meeste gezinnen geldt net het omgekeerde en is het juist geen goed idee om met z’n allen samen op reis te gaan. Kunnen samengestelde gezinnen dan nooit meer genieten van een weldoende vakantie? Absoluut wel. In deze blog geef ik mee wat belangrijk is om in het achterhoofd te houden voor een vakantie met het samengesteld gezin.
Als één gezin op vakantie gaan!
De grootste fout die samengestelde gezinnen maken, is dat ze als één gezin op vakantie vertrekken. Een samengesteld gezin zal echter nooit nog een klassiek gezin zijn, zelfs niet door er een gezinsvakantie van te maken. Je moet weten dat een samengesteld gezin een samenstelling is van verschillende subgezinnen:
-
Het partnergezin
-
Het biologische gezin (de band tussen ouders en hun eigen kinderen)
-
Het eventuele nieuwe kerngezin (met de nieuwe kinderen samen)
-
Het stiefgezin (de band tussen stiefouder en stiefkind die tijd nodig heeft om rustig te groeien)
Elk van deze subgezinnen heeft aparte tijd en aandacht nodig. Dat hoeft niet over lange periodes of dagen te gaan, maar het is wel nodig.
Tijdens onze vakantie naar Frankrijk enkele jaren geleden pakten we dit in ons gezin bijvoorbeeld als volgt aan:
-
Mijn man vertrok samen met zijn oudste zoon – mijn stiefzoon – een dag eerder met de wagen richting Provence. Ze hadden daarbij een overnachting onderweg en pakten alles al uit aan het huisje dat we huurden.
-
De dag nadien ’s ochtends volgde ik met onze 2 jongsten met de trein en de TGV en een halve dag later werden we door de papa en grote broer opgewacht in het station. Ik vond het eerlijk gezegd best spannend om de eerste keer de TGV te nemen met die 2 kleintjes, maar ik genoot er wel van om hen te verwennen in die ons-tijd.
-
Tijdens onze 2 weken in het huisje wisselden we de momenten af: de kinderen speelden samen tussen de druivelaars terwijl wij op terras genoten van een glaasje en een boekje, ik ging regelmatig op mijn eentje lopen terwijl mijn man met de 3 kinderen een wandeling maakte en me onderweg kruiste, mijn man maakte af en toe een ritje met zijn skateboard terwijl ik met de kids aan het zwembad bleef, hij ging naar de bakker afgewisseld vergezeld door de kids, ik ging naar de bakker of de winkel ook afgewisseld vergezeld door de kids en als we uitstapjes maakten, was het met z’n allen.
-
Het aanscherpen van de banden met mijn stiefzoon werd niet speciaal in het licht gezet. Dit lieten we organisch gebeuren, net omdat de stiefband ook niet specialer behandeld hoeft te worden dan de rest. Een minder-valide wil ook niet anders behandeld worden dan anderen en in mijn ogen geldt datzelfde voor kinderen van gescheiden ouders. Maar goed, de band met mijn stiefzoon dus. De eerste keer dat ik naar de bakker moest, was ik wat bang om met de wagen door de haarspeldbochten van de berg te rijden. Ik heb hoogtevrees en het ging soms nogal steil naar beneden. Ook in oriëntatie ben ik, licht uitgedrukt, niet goed, dus ik vreesde daarbij dat ik de weg niet zou vinden. Mijn man stuurde mijn stiefzoon mee met mij en ik moest op hem vertrouwen om mij de weg te wijzen. Het werd een soort van mini-teambuilding moment voor ons.
Gras groeit niet door eraan te trekken
De meeste biologische ouders willen graag zo snel mogelijk een goede band ontwikkeld zien tussen hun partner en hun kinderen. Ze gaan dan geforceerd druk leggen en zoveel mogelijk tijd samen met partner en kinderen plannen. Omdat ze zowel hun kinderen als hun partner graag zien, willen ze natuurlijk het liefst zoveel mogelijk samen doen met hun geliefden.
Gras groeit echter niet door eraan te trekken. Biologische ouders moeten beseffen dat ze meer kwaad dan goed doen door de boel te willen forceren. Laat alles rustig en organisch tot stand komen en je krijgt op lange termijn de beste resultaten.
Wil je partner even afstand en tijd apart van de kinderen? Waarschijnlijk willen je kinderen graag ook eens tijd doorbrengen zonder hun stiefouder. Gun het hen allemaal. Het is meestal meer een probleem voor de biologische ouder dan voor de kinderen en de stiefouder wanneer zij wat neutraler met elkaar omgaan.
Regelmaat in de onregelmaat
Gescheiden ouders durven in de vakantieperiodes makkelijker van de bezoeksregeling afwijken. Ze willen – in het belang van de kinderen – bewijzen dat ze flexibiliteit hanteren en daarmee goede ouders na de scheiding zijn. Zeker in de eerste fase na de scheiding is het nog wat zoeken naar een nieuwe manier. We zien dat ouders zich dan voornemen om het goed te doen. Ze spreken bijvoorbeeld af dat:
-
Ze de andere ouder als eerste contacteren als ze vast komen te zitten voor opvang
-
Ze niet moeilijk zullen doen als de andere ouder een dagje vroeger een vlucht heeft en de wissel dan een dagje eerder moet gebeuren
-
Het geen probleem is als er eens ergens een feestje is en hun kind dan een dagje bij de andere ouder gaat, dat breekt die langere periode van gemis ook wel
Het resultaat is heel dikwijls dat de ene ouder telkens toegevingen doet en de andere ouder telkens antwoordt dat het deze keer niet kan omdat er al andere plannen waren. Frustratie ligt op de loer en zodra die ouder de andere ermee confronteert dat het enkel éénrichtingsverkeer is, komen er snel verwijten terug. Beide ouders beslisten om steeds in het belang van hun kind te handelen, maar wat ze doen is allesbehalve in het belang van hun kind. Want heeft een kind er belang bij als:
-
Ouders zichzelf blijven verliezen in ergernissen over mekaar? Ook al wordt er niet slecht gesproken over de andere ouder, een kind voelt de spanningen naadloos aan.
-
De regeling telkens opnieuw omgegooid wordt? Kinderen kunnen dan wel heel flexibel zijn, maar ze hebben allemaal rust en regelmaat nodig, ook in hun wisseltijden.
-
Er een extra wisselmoment is gewoon om bij een feestje te zijn en de lange periode te breken? De behoefte om het kind bij dat feestje te hebben en de periode te breken, is eerder de behoefte van de ouders dan van de kinderen zelf. Wanneer een kind bij de ene ouder is en daar de kans krijgt om te genieten van die tijd, is die extra wissel niet nodig. Natuurlijk mist een kind de andere ouder, maar een extra wisselmoment lost dat gemis niet op. Integendeel, elke wissel confronteert een kind opnieuw met de situatie. Het is aan de ouders om de kinderen het gevoel te geven dat ze vrijuit mogen genieten aan de andere kant.
-
Ouders eerder bezig zijn met wat zij denken dat goed is voor hun kind, of wat zij zelf nodig hebben? Vele ouders zijn overtuigd dat ze weten wat goed is voor hun kind, maar ze worden voornamelijk gedreven door hun eigen emoties en gemis.
Hou je aan de afspraken
In de eerste jaren na een scheiding zitten ouders dikwijls nog met negatieve gevoelens naar hun ex-partner toe. Verwijten, frustraties, ergernissen, verdriet, boosheid en woede nemen het regelmatig over op de ratio. En terwijl ex-partners nog in volle verwerking van de scheiding zitten, moeten ze er direct voor zorgen dat ze goed ouderschap verderzetten. Tijdens de vakantie worden ze op hun ouderschap aangesproken net omdat ze flexibel met de vakantieregeling willen omgaan, in het belang van hun kinderen.
Een gouden raad:
Hou je aan de regeling die bij vonnis of in EOT werd afgesproken en wijk er in geen geval van af. Een dagje eerder wisselen omdat er een interessantere vlucht is? Neen, de andere ouder weet wanneer de wissel is afgesproken en moet dan ook niet naar eerdere vluchten kijken. Je plant de vakantie volgens de regeling die is afgesproken, niet omgekeerd. Op die manier weet iedereen perfect wat er te verwachten valt. En waar duidelijkheid is, hoeven geen nodeloze verwachtingen te leven die dikwijls niet ingevuld worden en tot nieuwe frustraties leiden. Alleen op die manier krijgt iedereen de kans om de scheiding te verwerken. Later, wanneer alle emoties zijn gaan liggen en iedereen het hoofdstuk heeft kunnen afsluiten, wordt een meer flexibele omgang met de afspraken waarschijnlijk mogelijk.
Doe je dit niet, dan blijf je telkens de scheidingswonde openrijten en blijven emoties jarenlang terug opspelen.
Bij een relatiebreuk zonder kinderen hebben partners het nodig om gedurende minstens 3 maanden totaal niets te horen van de andere partner. Op die manier krijgt herstel en verwerking meer kans. Wanneer er echter kinderen betrokken zijn, hebben ex-partners niet de kans om 3 maanden lang niets met de andere te maken hoeven te hebben. Het contact blijft bestaan omwille van de kinderen. Het helpt dan om via duidelijke afspraken de nodeloze extra contacten te vermijden en zodoende het verwerkingsproces te vergemakkelijken.
Afwisselende invulling van behoeften
Gescheiden ouders zijn vooral gericht op het invullen van hun eigen noden en die van de kinderen in tijd doorbrengen met elkaar. Wanneer een stiefouder laat horen dat hij andere noden heeft, is het antwoord al makkelijk: je wist toch dat er kinderen waren, je wist waar je aan begon. Maar voor biologische ouders geldt hetzelfde: je wist dat je je kinderen regelmatig zou moeten missen toen je ging scheiden. Je hebt zelf misschien niet gekozen voor de scheiding, maar ook de stiefouder kan dat niet compenseren voor jou. In je scheidingsverhaal heb je een eigen aandeel waar de stiefouder niets mee te maken heeft.
Ieder heeft zijn eigen rugzak te dragen in dit verhaal, een stiefouder hoeft niet de rugzak van de gescheiden ouder te dragen als omgekeerd de biologische ouder niet bereid is om omgekeerd ook de stiefouder eens te verlichten van zijn rugzak.
Een biologische ouder wil het liefst vakantie met alle kinderen erbij. Een stiefouder wil ook eens een vakantie waar de stiefkinderen er niet bij zijn en er aandacht kan zijn voor de partnerrelatie of het kerngezin.
-
Voor de meeste biologische ouders is vakantie pas vakantie als alle kinderen erbij zijn.
-
Voor de meeste stiefouders is het eerder een inspanning als alle kinderen erbij zijn, en kan dat niet echt vakantie genoemd worden.
De biologische ouders hebben hierin te aanvaarden dat de stiefouder niet hetzelfde voelt voor de kinderen als de eigen ouder (bloedband vs stiefband). Omgekeerd voelt een kind toch ook niet hetzelfde voor de stiefouder als voor de eigen ouders?
Zoek naar oplossingen waarbij beide behoeften ingevuld kunnen worden. Bijvoorbeeld de ene vakantie met het ganse samengestelde gezin, de andere zonder stiefkinderen. Schuldgevoelens naar de kinderen toe? Wanneer je op vakantie gaat in de tijd dat ze bij de andere ouder zijn, beseffen ze het dikwijls niet eens. Tenzij er natuurlijk de nadruk op gelegd wordt door de volwassenen. Kinderen hebben meestal weinig problemen. Het zijn de volwassenen die de problemen maken. Alles gaat over hoe je het verhaal brengt!
Je hoeft niet alles samen te doen
Een samengesteld gezin dat in coaching kwam, vond hun oplossing erin om de vakantie in 2 delen te laten verlopen. In de eerste week gingen beide partners elk met hun eigen kinderen naar een eigen gekozen bestemming. De tweede week kwamen beide gezinnen samen op een andere locatie en brachten ze die week met z’n allen samen door. Het bleek voor hen de perfecte combinatie.
Het wordt voor samengestelde gezinnen pas een normale vakantie wanneer ze aanvaarden dat hun situatie niet ‘normaal’ is.
Batterijen opladen in post-corona tijden
Covid-19 vergde enorm veel van iedereen. Het hoeft niet gezegd wat deze crisis bij mensen teweegbracht. Als we het over gezinnen hebben, zagen we dat ouders, leerkrachten, kinderen en grootouders zware inspanningen leverden. In samengestelde gezinnen zagen we dat corona sommige gezinnen dichter bij elkaar bracht. De meesten kregen het echter nog moeilijker. Nu iedereen dichter op elkaars lip zat, werd de “window of tolerance” (verdraagzaamheid) kleiner. Waar een biologische ouder soms tot 10 moet tellen om de kinderen niet achter het behang te willen plakken, raakt een plusouder niet eens aan de tweede tel. Het elastiekje breekt makkelijker.
Biologische ouders hebben in dergelijke situatie de misvatting dat het heilzaam is om met z’n allen samen erop uit te trekken, om nog meer samen te zijn. Doe dit niet als je de situatie graag nog wil redden. Als iemand in het gezin aangeeft even een pauze nodig te hebben, gun die persoon dan die pauze.
Wil de plusouder enkele dagen alleen of met eigen kinderen apart ergens gaan logeren? Laat hem of haar gaan! Wil je puberzoon of -dochter eens een week langer aan de andere kant blijven? Laat hem of haar gaan! Maak goeie afspraken waarin je duidelijk maakt dat het niet de bedoeling is om zomaar weg te lopen bij de minste spanning. En nadat je duidelijke afspraken maakte, gun je het de andere om even tijd en ruimte te nemen. Wanneer de batterij terug opgeladen is, zal het lonen in betere connectie en dankbaarheid omdat je erkenning gaf aan een cruciale basisbehoefte: ‘mogen voelen wat je voelt’. Liefde is ook durven loslaten!
Het wordt voor samengestelde gezinnen pas een normale vakantie wanneer ze aanvaarden dat hun situatie niet ‘normaal’ is.
Anja Pairoux
PlusouderConsulent
Bron: DS MAGAZINE - ZATERDAG 28 MAART 2020 met een bijdrage van Anja Pairoux - PluouderConsulenten.be - Auteur: EVA BERGHMANS
Een gezin is geen bedrijf. Toch passen veel mensen deze dagen managementtechnieken toe in hun gezin. Hoe houd je een productieve gezinsvergadering? ‘Laat de kinderen oplossingen bedenken.
Dag vijf. We zitten rond de tafel om even te evalueren hoe we het ervan afbrengen, als gezin in semi-quarantaine. Niet zo slecht, denken we. We maken geen ruzie, we vervelen ons niet – al valt het ons vandaag zwaar om een namiddagactiviteit te bedenken. De ene wil een sessie yoga en stretchoefeningen, de andere wil pingpongen, nog een ander wil lezen, en de laatste heeft geen idee. Niemand wil iets met genoeg overtuiging om ook de anderen te enthousiasmeren. Lena (12), die de afspraken naar goede gewoonte op het schema aan de keukenmuur zet, vult de namiddag dan maar zelf in: ‘à l’aise’, noteert ze. Wat al bij al geen slechte samenvatting is van die eerste schoolweek-zonder-school.
Lena heeft wel een paar bezorgdheden die ze tijdens de vergadering op tafel legt. Het voornemen om elke weekdag om halftien aan het (school)werk te beginnen, blijkt in de praktijk niet zo goed te werken, dat zou ze graag anders zien, al wil ze er haar wekker niet voor zetten. Ook vreest ze dat ze intussen zoveel schooltaken gekregen heeft, dat ze ze niet zal afkrijgen. En ze pleit voor een gezamenlijk leesmoment.
Emil (10) trekt een vies gezicht – we moeten niet denken dat hij een boek gaat lezen. Een strip misschien, verder zal hij niet gaan. Er komt een discussie van – of een strip ook een boek is. En of een krant op een leesmoment thuishoort. Iets zegt me dat ik, als voorzitter, moet ingrijpen, want dat dit een niet-essentiële discussie is die de vergadering nodeloos langer maakt. Ineens vraag ik me af hoe het komt dat ik de voorzitter van die vergaderingen ben. Het moet zijn dat ik mezelf deze rol gegeven heb, maar waarom eigenlijk? En hoe moet dat?
GEEN TOP-DOWNVERGADERING
WE KUNNEN WEL EVEN DOEN ALSOF, MAAR WE ZIJN GEEN GESTROOMLIJND EN HARMONIEUS GEZIN, EERDER EEN VERZAMELING VAN HEEL UITEENLOPENDE INDIVIDUEN DIE IN NORMALE OMSTANDIGHEDEN ELK HUN EIGEN LEVEN HEBBEN
Sluiten efficiënt en speels elkaar uit? Hoe houd je iedereen bij de les, hoe laat je iedereen aan het woord, en hoe beperk je de ergernissen die er onvermijdelijk van komen als er verschillende temperamenten (in casu: twee planmatige geesten die graag weten hoe de dag er zal uitzien en twee meer chaotische types die meer flauwe moppen dan agendapunten bijdragen) aan de tafel zitten? Mijn dochter rolt met haar ogen bij de zoveelste afwijking van het vergaderprogramma, Emil pikt op haar frustratie (en de mijne) in – ‘Echt, papa, met jou kun je geen familievergadering houden’. Hij antwoordt onverstoord: ‘Het is toch niet omdat ik iets zeg dat jullie niet willen horen, dat het geen vergadering is.’ Drie paar ogen rollen zowat uit hun kassen.
Als één ding ons afgelopen week rechtgehouden heeft, dan wel de humor waarmee we naar elkaars mankementen kijken. En we spreken uit wat we al langer weten: we kunnen wel even doen alsof, maar we zijn geen gestroomlijnd en harmonieus gezin, eerder een verzameling van heel uiteenlopende individuen die in normale omstandigheden elk hun eigen leven hebben. Misschien zijn ordentelijke gezinsvergaderingen voor ons te hoog gegrepen. Of misschien is het tijd dat de voorzitster er professionele hulp bij roept. Het is per slot van rekening oorlog, en geen vakantie.
‘Een gezinsvergadering kan maar werken als iedereen betrokken is’, zegt Anja Pairoux, plusouderconsulente, en pleitbezorger van de gezinsvergadering, bijvoorbeeld als wekelijks ritueel in nieuw samengestelde gezinnen. ‘Het mag geen top-downvergadering zijn. Als je als ouder gaat zitten vertellen wat er moet gebeuren, roep je de weerstand van de kinderen op. Dus de eerste regel is: iedereen mag meedenken, iedereen mag spreken. Bij mij thuis is mijn man de voorzitter, hij roept de rest tot de orde als het chaotisch is. Ik noteer. In principe spreken we niet door elkaar. Als iemand iets wil zeggen terwijl een ander aan het woord is, moet hij wachten, en de volgende spreekbeurt vragen door zijn vinger op te steken.’
IRRITATIE LEREN LEZEN
Betrokkenheid ontstaat maar als ieder een volwaardige deelnemer aan de vergadering is, en de verantwoordelijkheid neemt om er iets van te maken. Daar hoef je als voorzittende ouder verrassend weinig voor te doen. ‘Doe meer door minder te doen’, is de leidraad die Pairoux meegeeft. ‘Het is niet aan jou om de oplossingen uit te denken nog voor de vergadering begint. Kinderen zijn doorgaans de creatiefsten in huis. Als ouders hun kinderen de ruimte laten, komen zij vaak met de oplossingen.’
Betrokkenheid begint lang voor het over de oplossingen gaat. Pas als ieder kan aangeven wat hij of zij nodig heeft, is er kans op slagen. In het ideale geval weten zowel de ouders als de kinderen dat voor zichzelf, in het andere geval is het zaak van door te vragen. Een kind dat de aap uithangt, heeft allicht meer aan een knuffel of een voetbalmoment, dan aan een standje omdat het de aap uithangt. Als je elkaars irritatie niet leert lezen, moord je elkaar uit. Maar hoe doe je dat? Via de site van de krant vraag ik het aan onze lezers, hoe ze hun gezin stabiel houden in deze dagen. Mijn mailbox vangt gemengde gevoelens op. Sommigen zijn één brok frustratie en zouden niets liever doen dan nu een voettocht naar Compostela aan te vatten (en nee, dat mag niet). Anderen vinden hun draai dankzij een strakke structuur – met enige verbazing lees ik over gezinnen die dag na dag op gezette tijden eten, werken, spelen, sporten, een weekmenu opstellen, om beurt koken én elkaars kookkunsten leren appreciëren. Eén lezeres laat weten dat zij en haar man van thuis uit werken, in shiften waarbij de ene werkt terwijl de andere zich met hun twee kleuters bezighoudt. De situatie brengt het beste in elk van hen boven, zegt ze, en ze vindt het ‘hartverwarmend’ om dat te zien. Zou het kunnen dat de situatie de aard van een gezin versterkt? Dat de harmonieuze huishoudens meer harmonie ervaren, en de minder rustige temperamenten elkaar de muren opdrijven?
Het lastigst, zo bevestigen ook de reacties van de lezers, is het als uiteenlopende temperamenten onder één dak wonen. Een mens is een simpel wezen, met twee basisnoden, brengt Anja Pairoux in herinnering: ‘Je moet je vrij voelen om jezelf te zijn, en je tegelijk verbonden voelen met anderen.’ Dat is een ingewikkelde dans, en hoe dichter je op elkaar zit, hoe ingewikkelder het kan worden om die balans te vinden.
RUBBERBOOTJE IN DE STORM
Maar er is een oplossing. ‘Spreek het uit’, zegt Pairoux. ‘Dit is het uitgelezen moment om jezelf te trainen in verbindende communicatie. Zoek de confrontatie niet als je boos of geïrriteerd bent. Las een pauze in, trek je even terug en denk na over waar je boos van wordt.’ Ze gebruikt het beeld van een rubberbootje dat in een storm terechtkomt. Hoe harder je gaat roeien, hoe groter de kans dat je kapseist. Als je de storm wilt overleven, kun je je beter in een bolletje plooien en wachten tot de storm overwaait. Zo is het ook met emoties. ‘Denk eerst na over wat er gebeurt en wat je nodig hebt, en zeg dat dan tegen de ander. Misschien heb je niet meer nodig dan geruststelling of begrip. Met verwijten kom je nergens. Het is altijd beter te spreken vanuit je eigen gevoel. Geef het aan, rustig, als je even alleen wilt zijn. Spreek af wanneer er stilte in huis moet zijn, of op welke plekken. Als een kind om aandacht vraagt op een moment dat je die niet kunt geven, omdat je net een telefonische vergadering hebt of een deadline moet halen, zeg het kind dan dat je even niet kunt doen wat het vraagt, maar dat je later wel beschikbaar bent. Deze hele situatie is een grote oefening in het managen van onze aandacht.’
In het huishouden van Dorien Paridaens – een nieuw samengesteld gezin met twee pubers uit de vorige relatie van haar vriend, en één kleuter van vijf – wonen twee hoogsensitieven en drie ‘allesbehalve hoogsensitieven’. Ze prijst zich gelukkig dat ze al voor de coronacrisis uitbrak een opleiding tot lifecoach en een opleiding kindercoaching volgde, en zich dagelijks begon te verdiepen in de aard van het mensenbeest. ‘Dankzij die opleidingen weet ik nu dat ik voldoende rust moet inbouwen voor mezelf. Ik zit echt anders in elkaar dan mijn vriend en zijn pubers. Ik kan niet verwachten dat zij altijd rekening met mij houden, dus als het niet anders kan, zonder ik me af. Ze weten dat intussen, en ze begrijpen het.’
Zelf zou Dorien het liefst elke zondag een aperitiefvergadering houden, maar het is een nood die de rest van het gezin minder heeft. ‘Als ik hen echt nodig heb, trek ik wel aan hun mouw om af te stemmen, bijvoorbeeld over het menu voor de week, of over de kalender. Maar zoals het bij mij thuis vroeger ging, zal het in dit gezin niet gaan, daar leg ik me bij neer.’
DE GROTE ILLUSIE
Vergaderen en structuren zijn één ding, maar in het gezin van Doortje* primeert intussen iets anders. ‘Een gezin is geen bedrijf’, zegt ze. ‘Een gezin bestaat uit mensen met emoties. Ik heb eerst ook met bewondering gekeken naar al die huiselijke managers die in de media kwamen uitleggen hoe alles onder controle te houden. Het is een illusie die wij snel gelost hebben. Ik geloof niet dat het er nu op aankomt om schoolwerk en werk perfect te blijven doen. Zorgen voor elkaar is veel belangrijker dan dat een kind aan het eind van het schooljaar kan lezen. Een van onze kinderen is nogal angstig van aard en komt tot rust door tv te kijken. Dan ga ik niet beginnen zeuren over schermtijd. En we maken ruzie, maar het goede aan deze situatie is ook dat je nu niet anders kunt dan de ruzies uit te praten en met elkaar te leren omgaan. Als er iets nu van tel is, dan wel liefde. Wij knuffelen ontzettend veel, dat helpt het beste tegen de onzekerheid en de frustratie.’
Vergaderen is nuttig, maar in de emotionele chaos van het gezinsleven, en al helemaal in tijden van coronanood, is de gezinsvergadering niet meer dan een hulpmiddel. Het zal op onze knuffels zijn dat het aankomt.
*Doortje is een schuilnaam, op vraag van de betrokkene.
De corona-maatregelen waren nog maar net uitgesproken of daar kwamen de eerste crisisvragen van plusmoeders al binnen. Deze bijvoorbeeld: "Help, de opvang van mijn stiefkinderen zal de komende weken volledig op mijn schouders terechtkomen. Hun moeder is zelfstandig kapster en vraagt om de planning nu even aan de corona-crisis aan te passen: kids de komende weekends bij haar en gedurende de week bij ons. Mijn partner, hun vader, werkt in het ziekenhuis en moet nu vooral daar beschikbaar zijn. Omdat ik aan telewerken kan doen, vinden ze dat ik dit het makkelijkst kan opvangen. Ik kan dat wel begrijpen, maar zie het niet zitten dat ik het vanzelfsprekend volledig op mijn schouders moet nemen. Hoe kan ik hier de komende weken zo positief mogelijk mee omgaan?"
Lieve plusouders, het is niet omdat je gekozen hebt voor een relatie met iemand die al kinderen had, dat je daarmee gelijk een contract hebt getekend waarin je akkoord ging om levenslang gratis opvang te verzorgen. Je hebt niet getekend om de lasten van de biologische ouders over te nemen, zodat zij meer kunnen genieten van de lusten. Je hebt niet getekend om de pijn van hun scheiding te compenseren, zodat ze de gevolgen van hun eigen scheiding niet hoeven te dragen.
Durf dus je grenzen te stellen. Het coronavirus dwingt iedereen tot samenwerken. Samenwerken gaat over "samen" oplossingen zoeken en "samen" denken. Dat betekent: de biologische ouders moeten zélf nadenken over hun oplossingen en hulp vragen, vanuit wederzijds respect, niet vanuit een vanzelfsprekendheid. Jij kan dan aangeven wanneer en hoeveel jij kan helpen en ondersteunen. Vinden ze het vanzelfsprekend dat jij alle opvang op jouw schouders neemt? Dan is het ook vanzelfsprekend dat ze jou hiervoor betalen zoals ze een babysit zouden moeten betalen. Iedereen zit in hetzelfde schuitje, alle ouders moeten nu even creatief omgaan met kinderen die thuis moeten blijven.
Dit is alvast hoe wij een plan van aanpak maakten. Gisterenavond hielden we onze gezinsvergadering waarin we nieuwe afspraken voor de komende weken maakten. Schoolstructuur wordt zoveel mogelijk behouden door een overzicht dat papa maakte. Wanneer mama en papa aan het werk zijn, werken de kids voor school. En wanneer de kids hun beweging nodig hebben, nemen mama en papa ook hun beweging. Een wandelingetje, fietsen, lopen, ... In de komende weken zullen we meer frisse neusjes gehaald hebben dan we het onszelf zouden gunnen tijdens onze gebruikelijke werkdagen. Er staan ook nog een aantal taakjes op het programma waar we nu de tijd en kans voor krijgen om ze te doen. Verveling door het leven rond ons dat stilvalt? Laat maar komen, uit verveling groeit creativiteit.
Bij Plusouderconsulenten.be doen we aan "emergency coaching" om mensen te coachen die in een crisissituatie even niet weten hoe ze het moeten aanpakken. Kom je ook voor uitdagingen waar je het soms even niet meer weet? Maak een afspraak bij www.plusouderconsulenten.be !
Blijf gezond, Anja
De mens is een slim wezen op zich, maar doet in combinatie met andere domme dingen. (Victor Van den Berghe)
Vooraf: Gezond verstand primeert boven alles! Om het in de woorden van Macron te zeggen: “We zijn in oorlog met een onzichtbare vijand.” Het is nu de tijd om alle deuren te sluiten en jezelf en je naasten te beschermen. Uiteraard zijn onderstaande adviezen enkel een leidraad en moet er eerst en vooral gevolg gegeven worden aan de nationale richtlijnen in geval van een lockdown.
Wat gebeurt er met co-ouderschap als we in lockdown gaan?
Het gezond verstand vraagt dat iedereen aan social distancing doet.
Momenteel (18/03/2020) mogen kinderen van gescheiden ouders de wissel tussen 2 huizen nog blijven doen, maar de overdracht moet ‘snel’ gebeuren. Dit betekent dat ritueeltjes (ouders die mekaar willen bijpraten al dan niet met een koffietje erbij, nog even verstoppertje spelen voordat papa/mama weer vertrekt, …) om de overdracht te vergemakkelijken nu niet meer kunnen.
Hoe pijnlijk ook voor ouders, maar kinderen tussen huizen laten wisselen, valt onder hetzelfde principe als het opschorten van bezoek aan ouders of grootouders, bezoek aan zieken in ziekenhuizen, vrienden blijven zien, ... Als er een complete lockdown komt, lijkt het ons dat de wissel van kinderen niet als een noodzakelijke verplaatsing gezien zal worden. In dat geval moet het kind blijven op het adres waar het op dat moment is. Net zoals het contact tussen grootouders en hun kleinkinderen online opgevangen moet worden, zal dat ook voor gescheiden ouders op die manier moeten opgevangen worden.
Wat als het gezin waar het kind op dat ogenblik verblijft, besmet is?
Quarantaine is quarantaine, zonder uitzondering. Als er iemand besmet is in het gezin waar het kind op dat moment verblijft, gaat dat kind mee in de quarantaine. Het is dan totaal ongepast, egoïstisch en onverstandig om nog snel het kind te laten wisselen naar het andere gezin. Wanneer je in aanraking gekomen bent met iemand die besmet is, kan je ervan uitgaan dat je het virus mee aan het verspreiden bent.
De kinderen krijgen huistaken mee van school en wij trachten de schoolstructuur te behouden. Wat als mijn stiefkind in het andere huis geen regels heeft en de ganse dag mag bingen en gamen?
Voor samengestelde gezinnen geldt: maak een opsplitsing tussen huisregels en opvoeding. Dit is een standaardregel die niets met de coronamaatregelen te maken heeft. Hoe het andere huis omgaat met huiswerk en regels is hun zaak. Daar mag en hoef je je niet in te moeien. Omgekeerd mag en kan het andere huis ook hun gewoontes niet aan jou komen opleggen. Respecteer dus elkaars grenzen hierin.
Opvoeding gaat over het lange termijn welzijn van de kinderen en valt onder de verantwoordelijkheid van de biologische ouders. Als plusouder laat je de gesprekken en handelingen hierrond bij de biologische ouders. Zolang de beslissingen rond opvoeding van je stiefkinderen geen impact hebben op jouw eigen reilen en zeilen, heb je geen reden om je te moeien als plusouder. Hebben hun beslissingen echter wel impact op jouw leven en eventueel dat van je eigen kinderen, dan heb je alle recht om je grenzen te stellen. Of je stiefkinderen hun huiswerk al dan niet maken bij hun andere ouder is dus eigenlijk niet jouw zorg. Het kan wel de bezorgdheid van je partner, de andere biologische ouder, zijn. Het is aan de biologische ouders om hierover in gesprek te gaan en duidelijke afspraken te maken.
Wij houden ons binnen ons huis aan de opgelegde maatregelen en vermijden alle sociale contact. In het andere huis weten we echter dat de hun ouder het er niet zo nauw mee neemt. De andere partner en/of (puber)stiefkinderen bijven afspreken met vrienden. Mijn stiefkinderen kunnen daardoor wel het virus bij ons binnenbrengen zonder dat iemand het goed beseft. Hoe ga ik hier mee om?
In principe doen ze in het andere huis wat zij willen. Dat zijn hun huisregels waar het andere huis, jullie dus, zich niet in te moeien heeft. In dit geval heeft hun gedrag natuurlijk wel mogelijks een impact op jullie gezondheid. Door hun gedrag kunnen zij het virus bij jullie binnenbrengen. Jij mag je dan wel niet moeien in wat zij doen en laten in het andere huis. Jij mag wél ten allen tijde je grenzen bewaken wat de gezondheid van jouw gezin aangaat. Als jij met zekerheid weet dat je stiefkinderen in het andere huis vrienden bleven zien, mag je voor jezelf de grens trekken en het contact met hen ook weigeren.
Met wie, hoe en waar de kinderen van jouw partner hun vrije tijd doorbrengen, is in gewone omstandigheden de zaak van de biologische ouders, elk voor hun huis. Ook waarden en normen bijbrengen, behoort tot de opvoeding en is dus de zaak van de biologische ouders. In tijde van Corona-crisis beïnvloedt de manier van leven bij de éne ouder met een wissel ook de veiligheid en gezondheid van de leden van het andere gezin bij de andere ouder. Dus als de stiefkinderen en de ex-partner niet bereid zijn hun burgerzin aan te spreken en hun verantwoordelijkheid op te nemen, is dat zeker ook zaak van de (stief)ouder om zijn/haar grenzen aan te geven.
Belangrijk is eerst dat jij en je partner hierover met elkaar durven praten en tegenover elkaar durven uitspreken wat de angsten/behoeften zijn. Open, eerlijke en verbonden communicatie is hier heel belangrijk. Durf daarom uit te spreken naar je partner dat je gezondheid primeert. Durf daarbij ook te luisteren naar je partner: wat vindt hij/zij belangrijk om nu op te volgen in deze tijden, wat denkt hij er zelf van, wat houdt hem tegen dit af te dwingen van zijn kinderen, ex? Uiteraard is een belangrijke maatstaf de maatregelen die ons allen worden opgelegd via overheid.
Zowel biologische mama als biologische papa moeten elke dag blijven doorwerken (ook in lockdown). Grootouders laten helpen, mag niet. Pluspapa en plusmama zullen de stiefkinderen moeten opvangen.
Hoe hiermee omgaan?
- Durf in vraag te stellen!
Zijn de beide biologische ouders zorgverstrekkers die absoluut beschikbaar moeten zijn, of vraagt hun beroep het écht dat ze aanwezig zijn op bureau? Gaat het over dénken dat ze moeten blijven doorwerken, of gaat het over echte feiten?
Sommige bedrijven en sectoren blijven vasthouden aan oude denkpatronen terwijl er veel meer mogelijk is dan mensen voor mogelijk houden. Bijvoorbeeld: een arbeider in een groot bedrijf heeft een beroep waarvan je zou denken dat dit onmogelijk van thuis uit uitgevoerd kan worden. En toch zal deze arbeider in de komende tijd voor een groot stuk van thuis uit kunnen werken.
Een HR-verantwoordelijke daarentegen die een 100 % administratieve functie heeft, beweert dan weer dat ze een minimale permanentie op bureau moet voorzien. En dit terwijl haar functie volledig toelaat alles van thuis uit te kunnen uitvoeren. Het gaat hier enkel over het vasthouden aan een oud denkpatroon dat vertelt dat er iemand aan dat bureau moet zitten. Het coronavirus is voor iedereen even aanwezig.
- Voer een open gesprek met elkaar:
- Wat heeft de plusouder nodig om nu meer tijd met de stiefkinderen in huis te kunnen overbruggen, om het mee te kunnen dragen? Biologische ouders moeten beseffen dat de ‘window of tolerance’ bij een stiefouder veel kleiner is dan bij een biologische ouder. De biologische ouder heeft de bloedband en onvoorwaardelijke liefde die alles goedmaakt. Een stiefouder heeft die bloedband niet. Een stiefouder raakt maar aan 10 tellen waar een biologische ouder tot 50 kan tellen voordat het lontje springt.
- Wat heeft de biologische ouder nodig om zich toch gesteund te voelen in deze tijd die ook van de biologische ouder extra energie vergt? De biologische ouder staat nu misschien nog meer in het gevoel van alleenstaande ouder en zal hier best wat steun in kunnen gebruiken.
- Durf compensatie en hulp te vragen: als je als plusouder een ganse dag je stiefkinderen hebt opgevangen, mag je gerust de avond voor jezelf vragen, zonder hierbij enig schuldgevoel te hebben. Heb je daar nog eigen kinderen bij, dan mag je ook vragen dat ook je eigen kinderen ’s avonds opgevangen worden door je partner waardoor jij jouw batterij weer kan opladen voor de dag nadien. Hebben jullie gezamenlijke kinderen, dan is het gewoon de normaalste zaak dat je partner zijn of haar deel van de koek draagt.
- Maak een planning op. Scholen roepen ouders op om dit niet te zien als vakantie. In de meeste scholen kregen kinderen opdrachten en huistaken mee voor thuiswerk. Bijgevoegd bieden we een voorbeeld van hoe je de structuur van school ook thuis wat kan doortrekken. Ga in gesprek met de kinderen, vertel dat het een uitdagende tijd is voor iedereen en dat nu iedereen moet samenwerken. Durf je kinderen mee inzetten voor hulp in het huishouden en zelfstandig werken aan hun schoolwerk. Trek omgekeerd de voordelen door naar je eigen leven: je kinderen zullen tussendoor beweging nodig hebben. Maak van de gelegenheid gebruik om samen met je kinderen te bewegen. Zo ga je jezelf misschien nu meer beweging en ontspanning gunnen dan je normaal tijdens je werkuren zou doen. Deze coronatijd daagt ons uit om anders te leven en denken. We moeten onze kinderen niet de hele tijd entertainen. Wanneer zij de kans krijgen om zich te vervelen, wordt hun creativiteit aangesproken. Durf verveling toe te laten, ook in je eigen leven.
De omgangsregeling
Wellicht willen vele ouders zich houden aan de omgangsregeling. In deze coronacrisis is het geen goed idee de regeling blind op te volgen. Nood breekt wet. Bespreek met alle partijen welke sociale contacten er zijn geweest in de tijd bij de andere ouder en durf voor jezelf uit te spreken of je een wissel ziet zitten. Houd daarmee ook rekening met jullie persoonlijke medische achtergrond, jullie persoonlijke draagkracht (bv. Moet je nog veel weg voor werk? Heb je nog veel werk thuis?).
Mijn pluskind is per maand maar één weekendje bij ons. Komend weekend komt het in principe een weekendje logeren bij ons. Stel dat er een lockdown aankomt. Is het verstandig dit weekend te laten doorgaan?
Neem contact op met de biologische ouder en leg de situatie uit. Wees eerlijk. Bespreek een aantal mogelijke scenario’s en toets af of jullie hierover op één lijn kunnen komen en wat praktisch haalbaar is voor beide partijen. Geen vanzelfsprekendheden!
Bijvoorbeeld: bij complete lock-down ziet biologische mama het niet zitten dat zoon/dochter bij andere ouder blijft, dus daarom geen wissel doen.
Of
Het stel ziet het niet zitten om (stief)kindje na lock-down nog weken op te vangen. Dan is het wederom geen goed idee om die wissel nog te laten doorgaan.
Mijn pluskindje is per maand maar één weekend bij ons. Volgend weekend komt het in principe een weekendje logeren, maar de andere kinderen (pubers) in huis hebben zich de afgelopen tijd bij hun andere ouder niet aan de C-maatregelen gehouden.
Neem contact op met de biologische ouder van je pluskindje en leg de situatie uit. Wees eerlijk. Durf te zeggen dat er kans is op besmetting omdat andere leden van het gezin zich niet aan maatregelen gehouden hebben en dat het daarom geen goed idee is de wissel of het weekendje te laten doorgaan. Nood breekt wet, de gezondheid van iedereen gaat in deze boven alles.
Wat als mijn ex er een totaal andere visie op nahoudt en de coronamaatregelen niet zo strikt wil volgen, zelfs niet in deze uitzonderlijke omstandigheden en regels die door de overheid werden opgelegd? Mijn ex meent bijvoorbeeld dat onze pubers wel een activiteit mogen blijven doen met een vriend, want “sporten met een vriend wordt zelfs aangemoedigd als ze maar afstand houden”.
Als je met je ex onmogelijk kan communiceren, hou je het op:
- Ingeval je kinderen jonger zijn dan circa 6 jaar: pure zakelijke en strikte communicatie. Hou het strikt bij de feiten en laat je niet meeslepen in drama, discussies en/of verwijten.
- Ingeval je kinderen ouder dan 6 jaar zijn en begrijpen wat je tegen hen zegt: ga het gesprek rechtstreeks met je kind aan. Kinderen begrijpen veel meer dan je zou denken. Er is voldoende materiaal online beschikbaar om je te ondersteunen in de uitleg over corona voor je kinderen. Ketnet Karrewiet vertelt bijvoorbeeld in kindertaal wat zij moeten weten. Pubers kunnen ook naar het nieuws kijken, hebben meestal een eigen telefoon en met hen kan je dus makkelijk rechtstreeks in gesprek gaan om hen tot rede te brengen.
Het is natuurlijk niet de bedoeling om boodschappen aan de kinderen te geven die voor de andere ouder bedoeld zijn. Je kind is geen boodschapper, ook en zelfs niet in deze bijzondere tijd. Beter echter een goed gesprek in rechtstreeks contact met je kind dan een gespannen gesprek met je ex dat in conflict escaleert en waar je kind de negatieve gevolgen van draagt.
Blijf ten allen tijde je eigen grenzen en die van jouw huis bewaken. Willen je ex en je pubers hun sociale contacten blijven onderhouden in het andere huis, dan kan je zelf jouw social distancing respecteren door de wissel dan ook niet te laten doorgaan tot de coronamaatregelen opgeheven worden.
Twijfel?
Bij twijfel is het aan te raden om de maatregelen die de overheid uitschrijft, strikt te volgen. Dat betekent: strikt enkel en alleen contact met de eigen gezinsleden onder het dak waar je op dat moment verblijft. Geen bezoek aan andere familieleden die niet onder datzelfde dak wonen. Elke niet-essentiële verplaatsing geeft extra risico op besmetting van jezelf en daarmee ook anderen.
Verduidelijkingen op de maatregelen staan beschreven in een online artikel van De Standaard (klik hier)
Alle gesprekken hierrond zijn moeilijke gesprekken. De omstandigheden zijn nu eenmaal erg moeilijk en raken ons als mens in onze primaire behoeftes, namelijk onze gezondheid en de behoefte aan sociaal contact. Voor ouders is het moeilijk omdat ze misschien hun kind moeten missen of dat ze heel duidelijke grenzen moeten trekken. Als de ouder hierin geen duidelijke grens durft te trekken, is het aan de stiefouder hier héél duidelijk in te zijn. Gezondheid primeert! Iedereen wordt hier nu uit zijn comfort getrokken.
De woorden van een verpleegster toen ze de vraag kreeg wat er voor haar kon gedaan worden om haar te helpen (koken, mondmaskers maken, …):
“Neen, ik heb niets nodig. Het enige waarmee jij nu kan helpen, is door goed voor jezelf en voor je gezin te zorgen en de verspreiding tegen te gaan. Hou je strikt aan de maatregelen. Zo strijd jij mee aan deze oorlog. Dat vraag moed en opoffering, maar is niets vergeleken met hoe zorgpersoneel elke dag zich aan het front begeven.”
Elk samengesteld gezin is anders
Bij de start van een nieuw schooljaar is het goed om de puntjes nog eens op de ‘i’ te zetten en de huisregels, na een lange en structuurloze vakantie opnieuw op te frissen. Zeker ook bij nieuw samengestelde gezinnen waar in het bijzonder een onderscheid gemaakt moet worden tussen opvoedregels en huisregels. Dat helpt om conflicten te vermijden. Zo is opvoeding de verantwoordelijkheid van de biologische ouders. Huisregels daarentegen gaan over de afspraken die gemaakt moeten worden om samenleven onder één dak harmonieus te laten verlopen.
De meeste (stief)ouders blijfven uitgaan van het klassieke gezinsbeeld. Maar een samengesteld gezin zal nooit een klassiek gezin zijn. Biologische ouders willen hun kinderen het liefst een warm nest bieden. Na een scheiding zijn ze zich daar nog meer van bewust. Ze streven ernaar om opnieuw een ‘gezin’ te vormen zonder erbij stil te staan hoe dat eruit moet zien. Ze gaan uit van het klassieke gezin, want dat is wat maatschappelijk gewenst is. Maar dat is niet het juiste uitgangspunt om er een succesverhaal van te maken.
Alles op een hoop
Het grote verschil tussen klassieke en samengestelde gezinnen zit erin dat ze een onderscheid moeten maken tussen opvoeding en huisregels. In klassieke gezinnen vallen die twee onder één dak. Bij samengestelde gezinnen is het nodig om duidelijke afspraken te maken. Zo is opvoeding de verantwoordelijkheid van de biologische ouders. Opvoeding gaat over de langetermijnvisie en de toekomst van het kind. Het mag niet de bedoeling zijn dat die verantwoordelijkheid naar de plusouder verschuift, als een biologische ouder nalatig is. Dit is meestal ook niet wat plusouders willen.
Huisregels daarentegen gaan over de afspraken die gemaakt moeten worden om samenleven onder één dak harmonieus te laten verlopen. Hier moet de plusouder wel naar de voorgrond geschoven worden. Jammer genoeg zijn nog te weinig mensen zich ervan bewust dat het belangrijk is om dat onderscheid te maken en gooien ze alles onder dezelfde noemer van ‘opvoeding’. Daardoor gebeurt het dat gescheiden ouders eenzelfde ‘opvoeding’ in de twee huizen nastreven, omdat ze voor hun kinderen stabiliteit willen. De moeder moeit zich bijvoorbeeld met wat er in het huis van het nieuwe gezin aan de andere kant gebeurt, wat botst met de visie rond ‘opvoeding’ van de plusmoeder in het andere huis. Zo ontstaan conflicten. Terwijl het anders kan.
Kinderen weten perfect wat de huisregels zijn als ze bij hun moeder of vader zijn of wanneer ze bij hun grootouders zijn. Zij kunnen zich makkelijk aanpassen aan die regels, zolang die maar duidelijk zijn. Dit is waar het schoentje knelt voor de gescheiden ouders. Ze proberen zo veel mogelijk de opvoeding van het vorige huis te bewaren, maar dikwijls heeft hun nieuwe partner een andere visie.
Ik laat ouders en plusouders nadenken over wat binnen hun gezin onder huisregels valt en wat onder opvoeding. Vervolgens spreken beide partners af dat de plusouder ontlast wordt op het vlak van opvoedingskwesties, maar volledige inspraak heeft wat de huisregels aangaat. Op die manier krijgt hij erkenning en keert de rust terug.
Het co-ouderschap is een uitdaging voor mijn partner en zijn ex. Als ik ook daar nog inspraak zou willen, zou de chaos compleet zijn
Ruzie over oudercontact
Het wetsvoorstel van Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu (Open VLD) heeft een goede bedoeling: plusouders de plaats geven die ze verdienen. Maar een stukje papier en wettelijke ondersteuning missen hun doel als de plusouder binnen het gezin al niet de plaats krijgt die hij wenst. Het kan zelfs tot nog meer conflicten leiden, als het al moeilijk loopt tussen ouders.
Een voorbeeld: een koppel gaf in een coachingsessie aan dat het ruzie had over oudercontact op school. De plusmoeder vond dat ze het recht had om op het oudercontact van haar pluszoon aanwezig te zijn. Haar partner steunde haar en zei dat hij haar er ook bij wilde, temeer omdat hij geen zin had om met zijn ex aan tafel te zitten. Maar zijn ex vond dat beide ouders op het oudercontact moesten zijn en de nieuwe partner niet.
De vader stond tussen twee vuren. Met zijn ex-partner wilde hij zo weinig mogelijk discussie, dus moest de plusmoeder zich schikken, wat tot ruzie leidde binnen zijn nieuwe relatie. Nadat we samen duidelijkheid hadden gebracht over wat onder opvoeding en wat onder huisregels viel en wat de plaats van de plusmoeder was, werd de situatie opgehelderd. De plusmoeder gaf toe: ‘Het interesseert mij niet zozeer om bij het oudercontact aanwezig te zijn, het gaat er mij om dat ik bestaansrecht krijg en iets mag inbrengen.’
Ouderschapsbeloften
Ik krijg geregeld de vraag van plusouders hoe ze grenzen kunnen bewaken als er te veel van de opvoeding op hun schouders terechtkomt, omdat de ouders niet doen wat ze moeten doen. Zelf ben ik ook een plusmoeder en zit ik niet te wachten op dit nieuwe wetsvoorstel. Het is al een uitdaging voor mijn partner en zijn ex om hun co-ouderschap goed in de praktijk om te zetten. Als ik en de plusvader aan de andere kant ook nog eens inspraak willen hebben, is de chaos compleet. Dat is het laatste wat een kind nodig heeft.
Elk samengesteld gezin is anders, er is niet één handleiding. Plusouderconsulenten helpen daarom samengestelde gezinnen een eigen ‘plusouderovereenkomst’ samen te stellen. Daarin staat onder meer wat voor hen onder opvoeding valt en wat onder huisregels. Misschien is het eerder aangewezen om een wet te hebben die ouders en plusouders verplicht om stil te staan bij hun verantwoordelijkheden wanneer ze aan kinderen, scheidingen en nieuwe gezinnen beginnen. Ik denk aan ouderschapsbeloften bij de geboorte van een kind, een ouderschapsplan bij scheiding en een plusouderovereenkomst als een nieuw gezin ontstaat.
“Waarom noemen jullie jezelf plusmama? Het geeft mij het gevoel dat je dan meer bent dan de echte mama. Er bestaat maar 1 mama!”
Dit was de reactie van een biologische mama op een Facebook bericht over het plusmoederschap of zoals beter bekend in de volksmond het ‘stiefmoederschap’. Het is een veel voorkomende reactie die tegelijk ook heel veel vertelt over de gevoeligheid van het onderwerp. In deze blog neem ik je graag mee naar de achtergrond en de samenstelling van het woord op zich met daarbij de oorsprong van alle gevoeligheden die erbij opgeroepen worden.
De achtergrond van het woord “stiefouder”
Een stiefouder is de partner of echtgeno(o)t(e) van iemand die al kinderen heeft uit een vorige relatie. Stief betekent in oorsprong ‘beroofd van de bloedband’ of ‘iets missend’. Het kwam in de dertiende eeuw al voor teruggaand op een oeroud woord als ‘stiep’. In die tijd werd dit woord gebruikt in de betekenis ‘boom met afgehakte takken’. Het beeld van een afgeknotte, van zijn takken beroofde boom werd later overgedragen op gezinnen waarin de ‘oorspronkelijke’ vader of moeder overleden was. Later werd ‘stiep’ in de samenstelling stiepvader ‘verbasterd’ tot stief. Vervolgens werd ‘stief’ gebruikt om allerlei verwantschappen aan te geven die ontstonden als een weduwnaar of weduwe opnieuw trouwde. Stiefmoeder, stiefkinderen, stiefouders, … het zijn woorden die gebruikt worden als het gat dat is gevallen weer wordt opgevuld. De oorspronkelijke gedachte aan het beroofd zijn van de biologische ouder blijft daardoor vooropstaan.
Tot hiertoe blijft er een bepaalde neutraliteit behouden rond het woord ‘stief’. Maar waar is dan de slechte reputatie van de stiefmoeder ontstaan? Hiervoor moeten we terug naar de sprookjes waar de stiefmoeder vaak de rol van de ‘boze stiefmoeder’ speelt, zoals bekend in Sneeuwwitje en Assepoester. Verrassend hierbij is dat er in de oorspronkelijke versie van Sneeuwwitje helemaal geen sprake was van een boze stiefmoeder.
Marita De Sterck vertelt in haar boek “Beest in bed” de échte eerste versie van negen volkssprookjes. Sneeuwwitje is er daar één van. Toen ik dit las, viel ik bijna van mijn stoel van verbazing. In de oorspronkelijke versie van Sneeuwwitje is het namelijk niet de stiefmoeder die Sneeuwwitje dood wil. Integendeel, het is haar eigen moeder die haar dochter wil vermoorden. In die tijd had dat te maken met erfrecht.
Natuurlijk had dit sprookje geen succes omdat geen enkele moeder zo’n verhaal wilde voorlezen aan haar kinderen. Tot op een bepaald moment de gebroeders Grimm beslisten om het woord moeder te vervangen door ‘stiefmoeder’. Plots gingen moeders deze verhalen wel graag voorlezen en het sprookje werd een succes. Later deed Disney er een schepje bovenop en verfilmde de sprookjes. De rest van het verhaal hoef ik niet verder uit te leggen. In elk geval werd er een stereotype gecreëerd rond de stiefmoeders. Als je vandaag de dag een film ziet of een boek leest en er komt een stiefmoeder voor in het verhaal, dan vult zij in de meeste gevallen de rol in van de ‘boze stiefmoeder’ zoals we ze kennen uit Sneeuwwitje en Assepoester.
De achtergrond van het woord “plusouder”
Gelukkig voor de stiefmoeders waren er net zoals de gebroeders Grimm later ook creatieve mensen die een meer positieve invulling zochten voor het woord ‘stiefmoeder’. Christophe Bassez en Sina Vanboeckel kwamen in 2008 op de gedachte dat stiefouders respect en aandacht verdienen voor hun dikwijls erg grote inzet voor hun stiefkinderen. Met dat doel kwamen zij op het idee om jaarlijks een “Plusouderdag” te organiseren waarbij dus gelijk ook het woord ‘plusouder’ in het leven geroepen werd.
Vooral stiefmoeders zagen dit woord maar al te graag geïntegreerd worden in onze maatschappij. Gewoon al omwille van de positieve bijklank van de ‘plus’ in het woord. Wat mij betreft staat die ‘plus’ in het woord plusouder symbool voor alles wat een plusouder doet en wil betekenen in het leven van het nieuwe gezin:
- Plusouders bedoelen het allemaal goed en nemen dan ook een start vanuit enthousiasme
- Een plusouder heeft iets toe te voegen in het nieuwe gezin, het is een unieke persoon die een toegevoegde waarde wil zijn voor de kinderen, naast de biologische ouders
- Plusouders kunnen een meer neutrale rol opnemen naast de biologische ouders, bijvoorbeeld luisterend oor of tussenpersoon zijn voor gesprekken waar het voor de kinderen te uitdagend wordt om deze direct met hun biologische ouders aan te gaan
- Plusouders willen het in de meeste gevallen gewoon goed doen en ze hopen dat de biologische ouders dit ook zien en erkennen
Maar zo positief ervaren de moeders het dan weer niet
Integendeel, vele biologische mama’s vinden het maar niks, die plusmoeders. Er is maar 1 mama, zeggen ze daar heel stellig bij. Alsof ook maar iemand daaraan zou twijfelen!? En toch, het feit dat moeders het zo dikwijls en duidelijk zeggen, betekent dat ze er zelf ook niet zo heel zeker van zijn, denk ik dan. Hoe komt dat toch?
Wat ik in mijn coachingpraktijk heel dikwijls tegenkom, is dat gescheiden ouders bang zijn. Ze zijn bang om hun kinderen te verliezen aan de andere ouder. In een klassiek gezin hebben kinderen hun ouders onder één dak en ze kunnen niet zomaar weglopen als ze het niet naar hun zin hebben. Bij gescheiden ouders ligt dat anders. Deze ouders worden plots zo onzeker en bang dat ze niet meer dezelfde ouders kunnen zijn die ze zouden zijn zonder scheiding. Ze gaan hun best doen om hun kinderen een leuke tijd te geven als ze bij hen zijn, vooral ook omdat ze hen nu minder zien en dan ook ten volle willen genieten van die tijd samen. Tegelijk laten ze zich onbewust ook wat sturen door wat er in het andere huis gebeurt en gaan ouders compensatiegedrag vertonen. Het compensatiegedrag kan vanuit verschillende invalshoeken voorkomen:
- Het is misschien helemaal niet leuk voor de kinderen als ze bij de ex-partner. Dan willen ouders het goedmaken zodat ze het bij hen toch tenminste goed.
- Of ze laten merken dat ze het heel goed hebben aan de andere kant en daar leuke dingen doen, dus dan moeten we ervoor zorgen dat het aan deze kant minstens even leuk is zodat ze op een dag niet zouden kiezen om aan de andere kant te blijven
- En wat als ze die andere vrouw daar in dat huis leuker vinden dan hun eigen mama?
Ik denk dat die laatste de grootste vrees is voor elke moeder, hoe hard ze ook beweren dat ze daar echt niet voor vrezen, want dat hun kinderen ‘maar 1 mama hebben’ … Denk je écht niet dat je daar toch niet een beetje bang voor bent, écht niet? Komaan, ik ben zelf mama en durf toegeven dat het een steek door mijn hart zou zijn als mijn kindjes me komen zeggen dat ze iemand anders leuker vinden dan mij!
Je moet je een moeder voorstellen als een vogel die haar nest met jonge kuikentjes beschermt. Zij draagt zorg voor de kuikentjes en bewaakt het nest. Bij een scheiding wordt die moeder gescheiden van haar kuikentjes, maar haar drang om het nest te beschermen, blijft wel aanwezig. De moeder zal dan vanop afstand controle willen behouden over de zorg rond de kuikentjes. Zolang ze dat kan blijven doen, blijft ze (relatief) rustig. Maar zodra er een andere ‘vogelmoeder’ in het nest komt en de moeder haar controle verliest, zal zij er alles aan doen om de controle terug te winnen. Ze zal al het ‘vreemde’ uit het nest willen wegduwen.
Als er dus een andere vrouw in het nest komt en een titel krijgt waarin het woord ‘moeder’ vervat zit, wordt er als het ware op een ‘alarmknop’ gedrukt bij de biologische mama. Alsof die andere vrouw haar plaats komt innemen. Als de kinderen die andere vrouw dan ook nog eens leuk zouden vinden, komt de positie van de mama helemaal in gevaar, denkt ze. Hierdoor vertonen biologische moeders hele rare reacties zodra er een plusmama in beeld komt, reacties waar ze zich zelf in vele gevallen niet eens bewust van zijn. Ze worden voor de andere kant heel opdringerig, bemoeizuchtig, soms wraakzuchtig zelfs, jaloers, gierig, veeleisend, wantrouwig, … noem maar op, in elk geval reacties die een constructieve omgang tussen de biologische ouders stevig in de weg staat.
En niet alleen de biologische moeders hebben het moeilijk
Zodra er een stiefmoeder in beeld verschijnt, worden er voelsprieten bij heel de omgeving rond het kind wakkergemaakt. Grootouders, vrienden, tantes en nonkels, de partner en zelfs de stiefmoeder zelf waken onbewust over wat die nieuwe persoon in het leven van die kinderen zegt en doet. Het ‘stief’ stuk in het woord en de daarbijhorende sprookjes zijn hier verantwoordelijk voor.
Het zit bijna in onze genen vastgeroest dat een stiefmoeder gelijkgesteld kan worden aan een boosaardige persoon. Het gebeurt regelmatig dat ik aan mensen vraag waar ze het eerste aan denken als ik het woord ‘stiefmoeder’ zeg. De allereerste reactie is altijd: “de boze stiefmoeder uit de sprookjes”. Wat is vervolgens ook de allereerste reflex bij de gedachte dat er een boze stiefmoeder aanwezig zou kunnen zijn in het leven van een kind? Juist, we hebben het gevoel dat we dat kind moeten ‘beschermen’ of behoeden voor gevaar. Het is onze amygdala die in actie schiet!
De amygdala is een amandelvormig gedeelte in ons menselijk brein dat als alarmcentrale dient en noodsignalen uitstuurt bij mogelijk gevaar. Het is dus een heel natuurlijke reflex dat iedereen alert en waakzaam is voor de reacties van een stiefmoeder. Ik zet de verschillen even op een rij van wat we denken bij uitspraken die een moeder of een stiefmoeder doet:
Uitspraak |
Natuurlijke reactie wanneer een moeder dit zegt: |
Natuurlijke reactie wanneer een stiefmoeder dit zegt: |
Soms wil ik hen gewoon eventjes weg om mijn batterij op te laden, even de pauzeknop gebruiken. |
Oh ja, kinderen kunnen soms heel druk zijn en dan kan het wel deugd doen om hen even bij de grootouders ofzo te brengen, heel begrijpelijk. |
Oh neen, wat zeg jij nu! Je wist toch dat die kinderen er waren, hoe durf je hen weg te wensen!? |
Toen ik mijn eerste kind kreeg, wilde ik liefst van al alleen met mijn man genieten van die eerste tijd, enkel wij drietjes en niemand om ons heen. |
Ja, het is ook zo’n mooie gebeurtenis waar je ten volle van moet genieten, ze worden zo snel groot! |
Hoe durf je zo egoïstisch te zijn! Het is toch normaal dat de broertjes of zusjes hier ook heel graag bij willen zijn. Nu je je eigen kind hebt, mogen de andere kindjes zich niet achteruitgesteld voelen. Hoe erg voor die andere kinderen. Je zou hen nog het gevoel geven dat ze niet meer welkom zijn, wat een slecht mens ben jij! |
Ik kan ze wel achter het behang plakken. |
Herkenbaar, soms kunnen die van ons het ook uithangen en dan denk ik dat ook wel eens. |
Amai, wel grof dat je dat zo durft te zeggen. Die kinderen kunnen er toch allemaal niks aan doen!? |
Ik doe zoveel voor hen, alsof ik hun slaaf ben! |
Het moederschap, hé, zorg ervoor dat je af en toe toch eens me-time inlast en goed voor jezelf zorgt. Even pauze kan soms deugd doen! En trouwens, laat hen ook maar eens helpen. |
Je wist toch waar je aan begon, dus je neemt die kinderen er gewoon bij! Er wordt al zoveel aanpassing van die kinderen gevraagd, dus ga nu niet nog meer eisen stellen. |
Eénzelfde uitspraak, dezelfde intentie, maar uitgesproken vanuit een andere rol en kijk eens hoe verschillend de reacties zijn. Het wordt nog duidelijker wanneer een stiefmoeder diezelfde uitspraken doet over haar eigen kinderen en de stiefkinderen. Geen haan die kraait over haar eigen kinderen, maar wel over de stiefkinderen. Zo was er eens een plusmama die net haar tweede kindje had gekregen en me vertelde over een heftige ruzie met haar partner nadat ze hem had gezegd: “de kinderen zijn me gewoon even teveel, het is te druk rond mijn hoofd”. Hij was fel uitgeschoten tegen haar: “het is altijd hetzelfde, mijn kinderen zijn altijd teveel voor jou!”. Opvallend toch dat hij helemaal geen punt had gemaakt over het feit dat ze dit ook over hun gezamenlijke oudste kindje had gezegd!? Over haar eigen kinderen mag een moeder heel veel zeggen, maar oh wee als een stiefmoeder het over haar stiefkinderen heeft. De ‘stief’reflex staat snel klaar voor het gevecht!
Heel de omgeving staat als het ware waakzaam klaar om de kinderen mee op te vangen als het fout zou lopen. Ze voelen zich heel betrokken en verantwoordelijk voor het welbevinden van de kinderen. De plusouders kunnen erop rekenen dat ze het wel te horen zullen krijgen als ze de bal dreigen mis te slaan.
Wat stiefmoeders écht voelen
Een plusmama wil absoluut niet de boze stiefmoeder zijn en doet dan ook extra hard haar best. Ze gaat ver over haar grenzen om maar te kunnen voldoen aan torenhoge verwachtingen. Jammergenoeg lijkt die toren van verwachtingen alleen maar hoger te worden, want wat ze ook doet, het is nooit goed of goed genoeg. Als ze dan uiteindelijk merkt dat ze over haar grenzen is gegaan en wat wil terugschroeven, is schuldgevoel het onvermijdelijke gevolg.
Een plusmama wacht bewust of onbewust op de goedkeuring van de mama van haar pluskind(eren). “Als die mama nu ooit maar eens zou willen inzien dat ik de beste bedoelingen heb voor haar kinderen, dat ik zo mijn best…” hoor ik hen regelmatig zeggen. Er zijn echter maar weinig biologische mama’s die heel goed beseffen dat een plusmama haar rol ook wel eens op een heel andere en slechtere manier kan invullen, en dan ook dankbaar zijn voor wat de plusmama doet voor de kinderen. De meeste biologische mama’s vinden dat de stiefmoeder niet moet verwachten dat ze ook nog eens bloemen en dankwoorden krijgt, dat ze goed genoeg wist waar ze aan begon en achteraf niet moet komen klagen.
Een plusmama zou niet liever willen dan het woord ‘moeder’ uit heel dat woord geschrapt zien. Het laatste dat ze wil is de mama vervangen. Ze weet trouwens maar al te goed dat ze nooit de liefde van haar pluskinderen zal krijgen zoals die voor hun eigen mama is. Het woord ‘moeder’ impliceert dat de moederrol vanzelfsprekend opgenomen moet worden en creëert dan ook heel wat verwachtingen die nooit voldaan kunnen worden. Daarnaast leeft de overtuiging dat de plus’moeder’ hetzelfde voor de kinderen moet voelen als voor haar eigen kinderen. Een onmogelijke opdracht, want het is gewoon pure biologie dat er verschil is tussen bloedband en stiefband. Omgekeerd vinden we het heel logisch en vanzelfsprekend dat een kind zijn plusouders niet even graag ziet als de eigen ouders. En dat kan ook niet, vanwege de pure biologie. Het is dus totaal verkeerd om die onmogelijke opdracht bij de plusmama te leggen.
Een plusmama weet dat ze op de laatste plaats komt en zet zichzelf dan ook in de schaduw. Tegelijk is het haar grootste verlangen om erbij te mogen horen, om ook ‘een’ plaats te krijgen in het nieuwe gezin en het leven van haar pluskinderen. Vele plusmama’s schermen zich onbewust af voor mogelijke kwetsuren door alvast een beschermingslaagje op te trekken. Ze gaat heel voorzichtig tewerk of komt omgekeerd wat afstandelijker over, dikwijls puur vanuit onzekerheid en het gevoel er niet bij te horen.
Een plusmama zou zo graag het vertrouwen krijgen dat ze verdient. Als ze eens een mindere dag heeft en wil klagen, wil ze dat gewoon openlijk kunnen, vrijuit kunnen leven en praten, zichzelf kunnen zijn. Een plusmama wil gewoon even kunnen zeggen wat ze voelt zonder dat daar een oordelende reactie op komt. Jammergenoeg kunnen de meeste plusmama’s niet op die openheid rekenen, blijven ze met hun potje vol frustraties zitten. Een plusmama voelt zich dikwijls alleen in haar gevoel, alsof zij de enige is die zich zo voelt en daardoor een slecht mens is, het is een eenzame plek.
Het gevolg?
Een plusmama stopt heel wat gevoelens, frustraties, bezorgdheden en angsten in een potje en probeert dit allemaal te onderdrukken. Ze kan dit lang volhouden, maar op een dag ontploft dat potje en wordt de plusmama … die boze stiefmoeder die ze zo hard wilde vermijden te worden!
Net zoals jij zelf met vragen, onzekerheid en misschien zelfs taboe zit hierrond, zal jouw papa dit heel waarschijnlijk ook ervaren. Het is voor hem een enorme stap geweest om de weg van zijn hart naar een andere man te volgen. De kans is heel groot dat hij zich ook onzeker voelt en zich afvraagt wat zijn kinderen voelen en denken.
Ouders willen hun kinderen echter niet belasten met gesprekken waarvan ze niet weten of hun kinderen er interesse in hebben. Hierdoor gaan ze 'het gesprek' uit de weg. Dat ze hun kinderen niet willen belasten, betekent niet dat ze de vragen en zorgen van hun kinderen niet willen beantwoorden. Heb jij dus vragen of bezorgdheden, wil jij weten welk effect dit zal hebben of jou of het gezin, wil je weten hoe je met die andere man moet omgaan, heb je tijd nodig om aan dit idee te wennen, …? Waar je ook mee zit, het allerbeste dat je kan doen, is naar je papa toestappen en hem vragen om met jou te praten hierover.
Heb je tijd nodig om te wennen aan de situatie, durf het rustig te vertellen. Wat die andere man aangaat … Ook hij voelt zich onzeker, weet niet of hij door jou aanvaard zal worden, maar hoopt van wel omdat jullie allebei jouw papa graag zien. Het grootste cadeau dat jij jezelf en je papa kan geven, is praten over al je vragen en zorgen!"
“En ik dan…?”
Een vraag die plotseling bij me naar boven kwam nadat ik al jaren meedraaide in een samengesteld gezin als stiefmoeder. Het antwoord… lag toen nog ver voor me.
Enkele jaren voordien was ik dolverliefd geworden op mijn huidige partner. Vrij snel nadat we elkaar leerden kennen, gingen we samenwonen. Hij had het huis gekocht na zijn scheiding en bleef er met twee bengels van 5 en 2,5 jaar in co-ouderschap achter. Het was evident dat ik bij hem introk en mijn plekje, mijn appartement dat ik helemaal naar mijn smaak had ingericht, liet voor was het was.
Vanaf nu kan alles alleen maar beter gaan en daar ga jij voor zorgen.
Pas jezelf maar helemaal aan, aan hem en zijn twee schattige dochters, want ze hebben een moeilijke tijd achter de rug. Al snel nadat ik was verhuisd, draaide ik op volle toeren mee in het gezin, het huishouden, … De schoonmoeder die eerst nog mee voor de kinderen zorgde, verdween al snel naar de achtergrond. Het was vanzelfsprekend voor iedereen, ook voor mezelf, dat ik ’s morgens en ’s avonds voor de kinderen zorgde als papa aan het werk was. Mijn eigen job leed eronder. Intussen schreeuwden mijn gedachten het uit: “Help…ik weet niet hoe dit moet, ik weet niet wat ik moet doen, ik doe alles fout, ik kan dit niet, help help help”
Er was niemand die me echt begreep. Ze hadden me op voorhand verwittigd: ‘Hij heeft wel kinderen, die moet je erbij nemen.’
Mijn fulltime job ruilde ik al snel naar 4/5de, want het was moeilijk te combineren. Ik deed vlijtig verder, met heel veel schrik, twijfels, slapeloze nachten en eenzame huilbuien onder de douche als ik het echt even niet meer aankon. Ik paste mijn gewoontes aan, mijn manier van praten, mijn eigen gedachten en meningen over opvoeding verdwenen als sneeuw voor de zon. Ik nam alles over zoals de kinderen het gewoon waren en zoals mijn partner en zijn ex-vrouw het hadden gedaan. Alles om ervoor te zorgen dat ik een goede partner, stiefmama, vriendin, dochter, … zou zijn. Alles om ervoor te zorgen dat iedereen tevreden was.
Wat kan ik meer doen? Wat doe ik fout?
Ik doe duidelijk iets mis, want het loopt niet vlot. Vinden ze mij wel een goede stiefmama? Vindt de mama mij wel goed genoeg voor haar kinderen? Wat vinden mijn ouders van mijn rol als stiefmama? Mijn vriendinnen zullen vaak denken dat ik er niets van bak en zonder eigen kinderen hoor je er niet bij”… zo raasde het stemmetje in mijn hoofd maar door.
Op een dag liepen de zaken grondig mis. Ik die altijd en overal perfect wilde zijn en voor iedereen ging zorgen, kon het niet meer. Vaak slecht gezind, gefrustreerd, weinig geduld, niet meer de enthousiaste creatieve stiefmama die ik was. Ik kon het niet meer, ik wist het niet meer, ik stelde mezelf veel vragen, maar vond geen antwoorden en al zeker geen oplossingen.
“En ik dan? En ik dan? Wanneer kom ik in hemelsnaam aan de beurt? Wanneer luistert er iemand naar mij? Wanneer ben ik van tel? Voor wie ben ik belangrijk? Wie ben ik eigenlijk? Wat wil ik? Wat heb ik nodig? En ik dan? En ik dan? En ik dan? …IK WIL DIT NIET MEER! Maar wat wilde ik dan WEL? De stem in mijn hoofd ging zo dagen, weken, maanden door tot ik plotseling niets meer kon en alleen maar kon luisteren.
Wat volgde was een zoektocht… naar wie ik was, wat ik nodig had, wie ik wilde zijn en waar ik wilde staan. En ik? Ik had de ene fout na de andere gemaakt. Ik, die altijd zo goed wilde zijn voor anderen, was wel een erg belangrijk iets vergeten, namelijk mezelf.
Als je niet goed voor jezelf zorgt, hoe kan je dan voor anderen zorgen? Wie zal het voor jou doen in jouw plaats? Juist…niemand. Niemand kan zo goed voor jezelf zorgen zoals jij dat kan. Niemand voelt zo goed aan wat jij nodig hebt, zoals jij dat doet. Niemand leest jouw gedachten, voelt jouw buikgevoel, kent jouw dromen en jouw nachtmerries, …niemand die ervoor kan zorgen dat jouw stemmetje ook gehoord wordt door anderen. Dat kan alleen jij.
Luister naar het gefluister van je lichaam, voor het begint te schreeuwen.
In een samengesteld gezin is dit eens zo belangrijk. Waar we in een klassiek gezin of kerngezin niet stilstaan bij de dagelijkse gang van zaken, is dat bij een samengesteld gezin eens te meer. Op elke situatie groot of klein wordt een vergrootglas gezet. Emoties zijn alom aanwezig, spanningen laaien hoog op, er wordt gewikt en gewogen over ditjes en datjes tot in het oneindige en tot iedereen er doodmoe van wordt.
Kleine frustraties leiden tot enorme ruzies. Meningsverschillen doen de boel snel ontploffen. ‘Mijn kind schoon kind en daar blijf jij af’, komt boven bij de biologische ouder, terwijl de stiefouder ploetert om zijn of haar plek te vinden binnen het (nieuwe) gezin. Patroontjes uit de klassieke gezinnen worden halsstarrig in het leven gehouden, tegen beter weten in en ouders denken dat ze hun kinderen plotseling alles moeten toestaan, want zij zijn het slachtoffer van de scheiding en moeten voortaan van alle kwaad behoed worden. Niets is minder waar…
Zelfzorg, zelfkennis en jezelf heel vaak de vraag stellen ‘wat wil ik, wat heb ik nodig, wie wil ik zijn, waar wil ik voor staan, wat heb ik te bieden’, ….is immens belangrijk om stevig in je schoenen te leren staan en te blijven staan. Het is nog belangrijker als je weet dat kinderen het nodig hebben om regels, structuur, een veilig kader en dus stevig in je schoenen staan, te voelen.
Jammer genoeg kan je dit vaak niet alleen en moet je een hulplijn inschakelen. Iemand die samen met jou op zoek gaat naar wie jij bent, wat jij nodig hebt en wie jij wil zijn binnen je samengesteld gezin, binnen je eigen leven en dat je van kinderen en/of stiefkinderen.
Het is pas toen ik zelf mama werd dat ik voor voldongen feiten werd gesteld en merkte dat ik niet langer kon verder doen zoals ik bezig was. Ik zou niet alleen mezelf naar de haaien helpen, maar mijn manier van leven (cijfer jezelf weg, zet jezelf altijd op de 2de plaats, zorg goed voor anderen en niet voor jezelf, …) ook aan mijn eigen dochter doorgeven. Dat heeft voor mij een groot verschil gemaakt.
Ik wil dat mijn dochter voor zichzelf opkomt, dat ze haar eigen keuzes maakt en dat ze zal staan voor wie ze is. Als ik wil dat zij dat kan, zal ik dit zelf moeten voorleven in leren, doen en volhouden. Zo probeer ik niet alleen voor mijn dochter het goede voorbeeld te zijn, maar ben ik ook voor mijn stiefdochters een gezonde toegevoegde waarde, naast al het goede dat zij van hun mama en papa meekrijgen.
Als ouders en stiefouders zich niet meer verliezen in het eeuwige excuus van ‘het belang van het kind’, terwijl ze alleen willen ‘winnen’, maar nastreven dat ze vooral willen weten wie ze zelf zijn en wat ze zelf nodig hebben om gelukkig te zijn in het leven, dan werpt dit voor alle betrokken kinderen zijn vruchten af.
Een stiefouder worden heeft van mij een sterker en beter mens gemaakt. Ik zou nooit zo sterk in mijn schoenen staan als nu, had ik deze ervaring niet beleefd. Als Plusouderconsulent help ik intussen anderen om in hun krachten te komen. In het Plusouder GPS-traject zoeken we samen met plusouders en biologische ouders naar het evenwicht tussen het eigenbelang en het belang van de anderen om op die manier een succes te maken van het samengestelde gezin.
Maak een afspraak en ontdek het voor jezelf!
Annick Van Beylen
Plusouderconsulent
En toen was het daar ... het gesprek!
Je wist het of niet, maar gesprekken over geld en kinderen liggen het moeilijkst. Binnen samengestelde gezinnen komen deze 2 taboe-onderwerpen mooi samen en vormen ze de perfecte mix voor een vulkaanuitbarsting.
Tot dan was het me gelukt om het voor me uit te schuiven. We woonden allebei nog in ons eigen appartement met elk onze eigen aparte kosten. Een gezamenlijke rekening en budgetbeheer was dus nog niet nodig geweest. Maar nu gingen we samenwonen en verder bouwen aan onze toekomst. En dan dringt het zich op dat er ook eens over de financiën gesproken wordt.
Ik zag het echt niet zitten om het hierover te hebben, want het was alvast duidelijk dat we hierover niet op één lijn zaten. Hij stelde voor om het simpel te houden en gewoon elk de helft bij te dragen in een gezinspot. Ik kon me daar niet in vinden, het voelde niet goed. Hij had een kind dat hij mee binnenbracht, ik was alleen. Ik wilde niet gaan muggenziften en tot op de eurocent beginnen rekenen, maar ik wilde ook niet lopen werken en betalen voor een kind dat niet van mij is.
Daar stonden we dus. Hij knoopte het gesprek aan. En ik had op dat eigenste moment de keuze. Of ik hield mijn mond om de goede vrede te bewaren en betaalde gewoon de helft mee in het gezinsbudget. Of ik probeerde voor mezelf op te komen met het grote risico dat we in een stevige ruzie zouden komen te zitten. Ik haat ruzie en conflicten, maar die eerste optie zag ik in dit geval ook niet zitten omdat ik wist dat ik dan voor de rest van onze jaren samen met een slecht gevoel zou blijven. Ik raapte al mijn moed bijeen en sprak mijn mening uit: “ik vind niet dat ik evenveel moet bijdragen als jij omwille van het feit dat jij een kind mee
binnenbrengt!”. Daar, het was uitgesproken. En nu moest ik in mijn krachten blijven staan en ervoor zorgen dat ik ook goed kon uitleggen waarom ik dat vond.
Hij stak van wal met zijn argumenten: “jamaar, zo’n klein kind verbruikt amper iets, dat is betekenisloos” Waarop ik antwoordde: “ja, nu wel, maar wacht tot binnen enkele jaren!” Enkele argumenten later repliceerde hij weer: “jamaar, je ziet mij toch graag? En mijn kind is toch 50 % van mij, dus hoort dat toch ook bij jouw gezin?” Ik besefte dat als ik duidelijke taal wilde spreken, ik het best in concrete cijfers kon werken, dus ik zei: “dat klopt inderdaad, hij is 50 % van jou … en 50 % van zijn mama, en 0 % van mij – is het nu duidelijk?.” Einde discussie, mijn punt was gemaakt. Ik werkte een voorstel uit waar we ons allebei in konden vinden, we deden allebei wat water bij de wijn.
Niet veel later diende zich een volgende stap aan. We gingen samen een huis kopen. Alweer bekroop de angst me. Wat als er mijn man iets zou overkomen en de zaakjes niet goed geregeld zouden zijn? Zijn zoon is natuurlijk de rechtmatige erfgenaam en het was niet de bedoeling dat ik hem tekort zou doen. Maar het beangstigde me wel om samen een huis te kopen en dan het risico te lopen dat ik het dak boven mijn hoofd zou verliezen als ik met de mama van de wettelijke erfgenaam te maken zou krijgen. Ik raapte weer mijn moed bijeen om erop aan te dringen naar een notaris te stappen voor advies en concrete stappen. Gelukkig hielp onze notaris me onder woorden te brengen wat ik nodig had. Ik wilde zijn zoon niets ontnemen, maar naar mij en onze toekomstige kinderen toe moest ook alles correct en vooral rechtvaardig verlopen.
In onze omgeving kon ik hier met niemand over praten. Ik stootte zoals altijd alleen maar op onbegrip en het oordeel dat ik een slecht mens was. Iedereen zag in mij die valse stiefmoeder die zijn kind er liever niet bij had. Alsof het zo abnormaal was om financiële rechtvaardigheid voor iedereen na te streven!? Goede afspraken maken goede vrienden was mijn motto.
Onze omgeving en de maatschappij hadden er een andere mening over. De focus ligt meestal op de ‘scheidingspijn’ rond de kinderen. Onze wetgeving is in volle evolutie en heeft oog voor samengestelde gezinnen. Jammergenoeg streeft de berichtgeving rond het nieuwe erfrecht vooral na om de klassieke gezinssituatie zoveel mogelijk te benaderen. En ook op dit vlak gelden voor samengestelde gezinnen heel andere spelregels dan voor klassieke gezinnen.
Zo lees je bijvoorbeeld in krantenkoppen al eens dat stiefkinderen nu ook kunnen erven van hun stiefouder. Als je dan bij plusouders gaat polsen wat zij er zelf werkelijk bij voelen en ze mogen heel eerlijk en rechtuit antwoorden, dan krijg je dikwijls te horen dat ze dat helemaal niet willen. Vele plusouders willen hun pluskinderen absoluut niets ontnemen. De kinderen mogen zich echt niet tekort gedaan voelen, maar tegelijk willen deze plusouders ook hun eigen vermogen en bloedlijn beschermen.
2 taboe-onderwerpen, de perfecte mix voor een vulkaanuitbarsting
Je wist het of niet, maar gesprekken over geld en kinderen liggen het moeilijkst. Binnen samengestelde gezinnen komen deze 2 taboe-onderwerpen mooi samen en vormen ze de perfecte mix voor een vulkaanuitbarsting.
Waar klassieke gezinnen gesprekken over hun financiën liefst binnenshuis houden, is het in samengestelde gezinnen zelfs binnenshuis moeilijk om het over financiën te hebben. Over onze geldzaken spreken we niet zomaar met iedereen. Partners in klassieke gezinnen bespreken hun loonbrieven moeiteloos met elkaar, maar zullen er buitenshuis niet zo makkelijk mee te koop lopen. In samengestelde gezinnen gebeurt het dikwijls dat de loonbrief zelfs binnenshuis niet bekend gemaakt wordt. Partners houden soms angstvallig alles gescheiden, gewoon omwille van ex-partner(s) die als spoken in huis rondhangen.
Waar het in klassieke gezinnen al moeilijk kan zijn om op dezelfde lijn te zitten rond de opvoeding van de kinderen, is het in samengestelde gezinnen nog uitdagender omdat daar bijkomend onderscheid gemaakt moet worden tussen huisregels en opvoeding. Stel je maar voor dat één van beide gescheiden ouders het niet zo nauw neemt met nieuwe spullen die in het andere huis gekocht werden. In het andere huis is het vooral de plusmama die erop toeziet dat de kinderen nieuwe kleren, brooddozen en andere spullen hebben. 2 jaar later is de plusmama aan de andere kant vol frustratie omdat de nieuwe spullen die zij koopt telkens ‘verloren’ raken bij de moeder van de kinderen. Moet er hier dan een gesprek gevoerd worden tussen beide biologische ouders rond opvoedkundige afspraken? Of moeten er binnen het samengestelde gezin tussen ouder en plusouder afspraken gemaakt worden rond huisregels? Je voelt het in elk geval al zo aan dat het voor de plusmoeder bijna onmogelijk is om de moeder hierover op het matje te roepen.
Waar in klassieke gezinnen het inkomen vooral dient voor de toekomst van de kinderen, heerst er in samengestelde gezinnen onrust omdat net via die kinderen een opgebouwd vermogen naar buitenstaanders (lees exen) zou kunnen gaan.
Een voorbeeld:
Anita en Robert zijn een samengesteld gezin met elk 2 kinderen uit een vorig huwelijk. Anita trok met haar 2 kinderen in bij Robert die in het huis is blijven wonen waar hij met zijn vorige vrouw woonde. Ze nemen allebei de kosten van hun eigen kinderen voor eigen rekening, al dan niet gedeeld met hun exen. Het huis waarin ze samen wonen is sinds de scheiding van Robert zijn volle eigendom geworden. Nadat Anita introk in het huis beslisten ze samen om wat renovaties door te voeren opdat de kinderen van Anita hun eigen kamer zouden hebben. Anita wilde absoluut mee investeren in deze renovatie omdat ze geen huur betaalde aan Robert en ze niet als profiteur bestempeld wilde worden.
Tijdens onze coaching sessies blijkt het moeilijk om bepaalde frustraties bij Anita aan te pakken. Ze blijft zich mateloos storen aan rommel in huis. Niemand lijkt haar inspanningen te respecteren en regelmatig ontploft Anita. Tot ik op een bepaald moment aan haar vraag hoe hun financiële afspraken en erfenis geregeld zijn. Hierop vertelt Anita dat hier geen duidelijke regelingen over afgesproken zijn. Omdat ze beide evenveel kinderen hebben, dragen ze elk evenveel bij in het huishoudelijke budget. Anita vindt ook dat ze zich heel gelukkig mag prijzen dat ze geen huurgeld hoeft te betalen en dat ze dus niet nog meer moet verlangen. Maar ze geeft wel toe dat ze met bezorgdheden zit rond de investeringen die ze heeft gedaan bij de renovaties. Het geld waar haar ouders zo hard voor gewerkt hebben, is voor een groot deel ingebracht bij de renovaties. Maar ze maakt zich zorgen dat haar eigen kinderen hier nooit iets van zullen terugzien. Het huis is namelijk van Robert en als hem iets overkomt, gaat alles volledig naar zijn kinderen. Anita vindt dit heel onrechtvaardig naar haar kinderen toe.
Zodra Anita en Robert bij een notaris te rade waren gegaan en hun zaakjes duidelijk en goed geregeld hadden, keerde de rust terug. Anita kon veel meer loslaten en ontplofte niet meer bij de minste rommel. De kinderen en pluskinderen gaven haar zelfs complimenten omdat ze zo positief veranderd was. Het bracht Anita een bepaalde innerlijke rust te weten dat haar eigen kinderen en zijzelf niet benadeeld zouden worden wanneer Robert zou komen weg te vallen.
De functie van geld
Geld op zich is een uitermate gevoelig thema. Mensen kunnen heel raar reageren als het over geld gaat. Zo zie je zelfs binnen families en familiebedrijven zware ruzies ontstaan op het moment dat er bijvoorbeeld geërfd moet worden. Hoe komt dat toch?
Laat ons even teruggaan in de geschiedenis. Geld is in essentie een symbolische voorstelling van een bepaalde waarde. Het heeft daarbij 3 functies:
- Het kan gebruikt worden als tussengoed bij transacties
- Het dient als waardemeter voor andere goederen of diensten
- Het kan een spaarmiddel zijn voor latere tijden
Geld is dus een ruilmiddel. Het wordt gegeven of ontvangen als vergoeding voor geleverde goederen of diensten. En dit is wat je ziet gebeuren bij erfeniskwesties: plots laten mensen hun ongenoegen voelen als hen niet toekomt waar zij recht op menen te hebben.
Neem bijvoorbeeld Jos en Josee. Zij hebben jarenlang alle zorg op hun schouders genomen voor hun oudtante die vlakbij hen woonde. Ze onderhielden haar huis omdat zij het niet meer zelf kon, ze deden boodschappen voor haar, gingen met haar naar het ziekenhuis toen het slecht ging met haar en zij waren de enigen die haar dagelijks bezochten in haar laatste maanden. Na haar dood zitten er bij de notaris plots familieleden die zich in de jaren voordien nooit hebben laten zien of horen, laat staan dat ze enige zorg op zich hebben genomen. Jos en Josee krijgen bij de notaris te horen dat er voor hen amper iets overblijft uit de erfenis omdat er andere familieleden zijn die wettelijk meer rechten hebben. Jos en Josee zijn woest. Is dit hun dank voor al die jaren zorg voor hun oudtante!?
Een plusouder is een doodgewoon mens met net diezelfde menselijke noden: er moet een balans zijn tussen geven en ontvangen. Plusouders steken heel veel tijd, energie en inspanningen in hun samengesteld gezin. En het is heel menselijk om daar een bepaald moment iets voor terug te willen. Omdat er geen bloedband is, is er niet die vanzelfsprekende onvoorwaardelijke liefde die alles goedmaakt. Er is dus iets anders nodig om de balans te houden. Omdat biologische ouders enkel de biologische band kennen en het verschil met stiefband niet ervaren, is dit voor hen onmogelijk te bevatten.
In samengestelde gezinnen gebeurt het dus dikwijls dat de plusouder heel veel investeert met daarbij de verwachting dat hij/zij dat doet zonder er iets voor terug te krijgen. Meer nog, in plaats van iets terug te mogen verlangen voor de geleverde inspanningen, wordt het heel normaal gevonden dat de plusouder ook financieel een duit in het zakje doet voor de pluskinderen. En hier wordt de inwendige rebel bij de plusouders wakker.
Stel je voor : een plusmama heeft jarenlang vol liefde voor haar pluskinderen gezorgd, samen met haar partner een huis gekocht en gerenoveerd zodat de kinderen een mooie tijd konden beleven. En dan verongelukt hij terwijl de kinderen nog minderjarig zijn. De plusmama is niet alleen haar partner kwijt, maar ook de kinderen. Na zijn overlijden hebben ze namelijk geen reden meer om naar haar te komen. Hun mama maakt het ook onmogelijk voor haar om nog in het huis te blijven wonen doordat zij de wettelijke erfgenamen vertegenwoordigt. Het maakt deze plusmama verbitterd naar haar pluskinderen toe. Wat heeft ze spijt dat ze destijds haar eigen vermogen niet meer afschermde.
Dit is wat plusouders ergens wel aanvoelen, maar niet durven uitspreken, net omdat er zoveel taboe op geld en pluskinderen zit.
Tijd om het taboe te doorbreken – praat erover!
Het is dus voor het ganse gezin enorm belangrijk dat er eerlijk en open over het geld en de kinderen gesproken wordt.
Voel je je niet helemaal goed bij de financiële afspraken die jullie hebben gemaakt binnen je samengesteld gezin? Durf het gesprek aangaan. Het is niet omdat jullie al enkele jaren op dezelfde manier omgaan met jullie financiële regeling, dat het niet herzien kan worden.
Is het moeilijk om het gesprek aan te gaan? Een plusouderconsulent faciliteert jullie erin om het gesprek op een serene manier aan te gaan en uit te zoeken wat voor iedereen werkt.
Goede afspraken maken goede vrienden, dus ga te rade bij een erfenisconsulent. Vele mensen gaan angstvallig de gesprekken over erfeniskwesties uit de weg. Het is sowieso heel moeilijk om het over de dood te hebben. Maar het is nog moeilijker als je het gesprek uit de weg blijft gaan en je spijt moet hebben als het te laat. Het is beter zo snel mogelijk de lastige gesprekken aan te gaan en stappen te nemen. Eens jullie alles geregeld hebben, zullen jullie ondervinden dat er een innerlijke rust komt en jullie toekomst pas écht kan beginnen.
Laat je goed informeren!
Het is van enorm groot belang om je heel goed te laten adviseren en begeleiden door iemand die kennis van zaken heeft over erfenisrecht binnen samengestelde gezinnen.
Uitgebreide info over erfrecht en erfopvolging vindt u onder meer op de website van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Voor advies over erfenissen en erfrecht neemt u contact op met een notaris. Jouw plusouderconsulent helpt jou alvast op weg om het gesprek hierover te openen en kan jou in contact brengen met de juiste notaris of erfenisconsulent.
Bijna de helft van de huwelijken in ons land eindigen in een scheiding. Meer en meer mensen vinden na hun scheiding het geluk in een nieuw samengesteld gezin. Maar die nieuwe gezinssituatie blijkt ook absoluut niet evident te zijn. Want maar liefst 66 % van de geregistreerde nieuw samengestelde gezinnen gaat binnen de 3 jaar al terug uit mekaar. Dit zijn de officiële cijfers. Ik vrees dat het werkelijke percentage nog een stuk hoger ligt. Denk maar aan alle koppels die hun relatie niet officieel maken.
Soms loopt er nog een scheidingsprocedure en vindt één van beide partners dat het best is om de relatie nog geheim te houden zolang de procedure loopt. Of in andere gevallen wil de biologische ouder de kinderen sparen van bijkomende veranderingen in de gezinssituatie. Allemaal zeer aanvaardbare excuses, maar onbewust legt het een hypotheek op de nieuwe relatie. Want die nieuwe partner wil het nieuwe geluk misschien het liefst van de daken roepen en vindt het pijnlijk dat het eigen geluk in de schaduw moet blijven.
Waar loopt het dan precies fout?
De fout die velen maken, is zo snel mogelijk een ‘gezinnetje’ te willen vormen, zoals we dat allemaal kennen. Maar eens je in een nieuw samengesteld gezin zit, zal je nooit nog een klassiek gezin vormen. Je moet allemaal op zoek naar je plek in dit samengesteld gezin en naar je rol daarin. De klassieke ouderrol kàn je als stiefouder niet opnemen. Rationeel gezien weten vele plusouders dit, maar onbewust doen ze het toch. Dit is niet evident. Het duurt 4 generaties om fundamentele dingen te veranderen. Denk maar aan vrouwen die werken en alsnog het grootste deel van het huishouden op zich nemen.
Wat de samengestelde gezinnen betreft, staan we dus nog maar in de startblokken en hebben we nog 3 generaties te gaan. Daar zijn we op dit moment in onze generatie natuurlijk niets mee, maar we zitten wel in het leerproces. Omdat we geen voorbeelden uit de vorige generaties hebben om naar te kijken, maakt het dit ons moeilijker. Daar komt dan nog eens bij dat je als biologische ouder dikwijls met schuldgevoel aan een nieuwe relatie begint. Dat maakt dat je het bijvoorbeeld sneller voor je kind zal opnemen als je nieuwe partner kritiek geeft. Je objectiviteit is als het ware aangetast door de pijn die je uit het verleden (scheiding of overlijden van vorige partner) meedraagt.
De (h)ex
Daarbij komt nog de houding van de ex die voor een belangrijk stuk bepalend is voor het al dan niet welslagen van de nieuwe relatie. Het is belangrijk dat de ex de nieuwe partner erkent, op zijn minst tegenover de kinderen. Als dat niet gebeurt, kan dat de nieuwe relatie hypothekeren. Wat als je dan met een hex te maken hebt? Het zijn de partners in de nieuwe relatie die samen bepalen in hoeverre ze die (h)ex binnenlaten. Negatieve aandacht is ook aandacht. Geef je aandacht aan het negatieve gedrag van de ex? Of kies je ervoor om de focus weg te halen van dat negatieve gedrag? Maak duidelijke afspraken als partners, zodat jullie wél de kinderen, maar niet de ex toelaten. Dit is iets waar vooral de biologische ouder het voortouw in moet nemen naar de ex toe, maar waarin de plusouder zelf ook de eigen grenzen moet leren kennen en aangeven.
Bloedband versus stiefband
Heel veel zou al opgelost zijn als we gewoon eerlijk konden zeggen dat een stiefkind toch anders is dan je eigen kind. In de natuur is het op dat vlak heel duidelijk: een leeuwin die in een nieuwe roedel komt, wordt geaccepteerd nadat haar welpen gedood werden door de alfaleeuw. Als mens moeten we het natuurlijk niet zo hard spelen, maar kunnen zeggen dat de liefde voor je eigen kind dieper en fundamenteler is dan voor een stiefkind, zou moeten kunnen. Dit is pure biologie. Onze maatschappij is hier echter niet klaar voor en vat dergelijke uitspraken op als afwijzing van het stiefkind. Omgekeerd vinden we echter evident dat het stiefkind de eigen ouder liever ziet dan de stiefouder. Doordat we het niet durven en mogen uitspreken en geforceerd eisen dat het goed loopt, gaat het net verkeerd. Als ouder moet je groeien in je rol. Als stiefouder nog meer. Je hebt namelijk een belangrijke fase gemist, die waarin je als ouders beslist om samen een kind te krijgen en dan 9 maanden lang uitkijkt naar de komst van jullie eigen kind, om dan te genieten van de eerste glimlach. Een stiefouder komt er later bij en heeft een inhaalbeweging nodig.
7 tips om het wél te doen slagen
- Neem de tijd! Jullie zijn allemaal verschillende persoonlijkheden, met een andere achtergrond en met een ander verleden. Een kind heeft gemiddeld 3 jaar nodig om de scheiding van zijn ouders te verwerken. Een samengesteld gezin heeft gemiddeld 7 jaar nodig om zich te settelen. Verwacht dus niet dat het vanaf dag één goed loopt.
- Stel de verwachtingen bij! Omdat de vorige relatie al “faalde”, sluipt het er onbewust in dat de lat nu hoger komt te liggen. Dit keer moet het allemaal wél goed gaan. De plusouder heeft het gevoel aan hoge verwachtingen te moeten voldoen, niet alleen verwachtingen van de partner, maar ook van de hele omgeving rond het stiefkind. De stiefouder wil absoluut vermijden dat het beeld van de boze stiefouder waargemaakt zou worden en voelt zich verantwoordelijk om aan de torenhoge verwachtingen te voldoen. Maar het helemaal goed doen, dat lukt niemand.
- Laat het beeld van het klassieke gezin los! Dit is vooral het moeilijkst voor de plusmama’s. Zij zijn sneller uitgeblust dan de stiefvaders, net omdat ze zonder erbij stil te staan het takenpakket van de klassieke moederrol op zich nemen. Omdat zij niet vanuit een onvoorwaardelijke liefde zorg dragen voor de kinderen en ook niet de nodige erkenning krijgen voor hun inspanningen, raakt hun energie sneller op. Zoek naar een samenwerking binnen jullie nieuwe gezin die voor iedereen werkt, ook al is dit atypisch.
- Leg je focus op de goede dingen! Vergeet niet om stil te staan bij wat wél goed gaat in jullie gezin. Neem de tijd om te reflecteren wanneer iets goed liep. Wat heb je zelf gedaan of gezegd waardoor het nu wél goed liep? Haal daar de energie uit voor de moeilijkere periodes.
- Durf de zaken te benoemen! Het klopt – de maatschappij is er nog niet helemaal klaar voor. Stiefouders slikken omwille van het onbegrip hun woorden in. Maar net daar loopt het allemaal fout. Wanneer je niet mag voelen wat je voelt, niet mag zeggen wat je denkt, niet mag doen wat je wil doen, komt de weerstand. Hoe langer en meer een plusouder de woorden inslikt, hoe hoger de frustraties oplopen en de boze stiefouder wakker wordt. Leer op een oprechte en constructieve manier benoemen wat je denkt en voelt en je zal merken dat een groot deel van de frustraties al opgelost is.
- Volg je hart! Heel veel stiefouders vragen me hoe ze een situatie moeten aanpakken. Als ik hen vraag hoe ze het zelf zouden doen, hebben ze het eigenlijk altijd bij het juiste eind. Luister dus naar je gevoel. Wanneer je doet wat je doet vanuit je hart, is het altijd juist. Gun jezelf ook de kans fouten te maken en eruit te leren.
- Doe meer door minder te doen! Deze is vooral belangrijk voor de stiefouders: laat de verantwoordelijkheid bij je partner, de biologische ouder. Het zijn zijn/haar kinderen, jij hoeft het niet allemaal op te lossen. Door af en toe een stap terug te zetten, vermijd je dat het conflict – dat eigenlijk door het stiefkind of de ex kwam – bij jou terechtkomt en dat je partner en jij daarover gaan discussiëren. Een voorbeeld: je stiefkind is liever lui dan moe, zou werk moeten zoeken, maar doet liever niks en is nog arrogant op de koop toe. Even op de tanden bijten, zorgt ervoor dat papa er iets van zal zeggen. Als jij meteen roept “maak dat je iets doet”, dan loop je het risico dat papa – die zich misschien toch wat schuldig voelt door de scheiding – tegen jou snauwt dat het ook wel wat vriendelijker kan en jullie in no time ruziemaken, terwijl je stiefkind nog altijd rustig in de zetel hangt.
Anja Pairoux - Plusoudercoach